Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
In de loop der eeuwen hebben overal in Frankrijk religieuze gebouwen hun sporen nagelaten in de naamgeving. De plaats waar gelovigen hun geloof beleden en hun doden begroeven was vaak het middelpunt van een grote of kleine nederzetting. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het centrale religieuze gebouw vaak de basis is voor de naamgeving van de nederzetting, direct of indirect. Er waren ontelbaar veel plaatsen waar men kon bidden, van een eenvoudig veldkapelletje tot aan grote kerken en kathedralen.
Neem nu het Latijnse woord oratorium, dat aan de basis ligt van een lange lijst plaatsnamen. Oratoire is de moderne variant daarvan, in later tijden rechtstreeks uit het Latijn overgenomen - het duidt in moderne tijden vaak een eenvoudige bedeplaats langs de weg aan, een veldkapelletje, een eenvoudige nis met een heiligenbeeldje erin. Wat er van oudsher precies achter een oratorium school is lastig na te gaan - maar het was een plaats voor gebed, die zich vaak langs oude wegen of handelsroutes bevonden, bijvoorbeeld aan een Romeinse heerbaan.
Dat geldt bijvoorbeeld in Picardië voor een drietal afstammelingen van oratorium:
Ook buiten Picardië blijkt dit vaak te kloppen. Zo ligt Ouzouer-le-Marché (Loir-et-Cher) aan de oude weg tussen Le Mans en Orléans.
Uit de vier voorbeelden hierboven blijkt al dat oratorium veel verschillende vormen heeft nagelaten. Oroux (Deux-Sèvres), Orrouer (Eure-et-Loir), Ourouer in Ourouer-les-Bourdelins (Cher) en Ouvrouer-les-Champs (Loiret) zijn slechts enkele andere voorbeelden. In de zuidelijke Bourgogne en in de streken rondom Lyon komt vooral de vorm Ouroux voor: Ouroux (Rhône), Ouroux bij Villeneuve (Ain), in 968 vermeld als Oratorias, en Ouroux-en-Morvan (Nièvre). Zelfs achter de naam Yrouerre (Yonne) en misschien ook in Irodouër (Ille-et-Vilaine) verschuilen zich oratoria.
We zagen hierboven al de vorm Ouzouer-le-Marché: in de streken rond Parijs en Orléans trad een fonetisch fenomeen op dat zêtacisme genoemd wordt: de -r- veranderde er in een -z-. Soms is die ontwikkeling in de historische schrijfwijzen zichtbaar: Ozoir-la-Ferrière (Seine-et-Marne) was in 1281 nog Ourouer la Ferriere – de oude toevoeging wijst op het delven of het verwerken van ijzererts. Ene Voulgis was in de dertiende eigenaar van Ozouer-le-Voulgis (Seine-et-Marne). Ozouer-le-Repos (Seine-et-Marne), eind twaalfde eeuw Oratorium Repositum, was een bedeplaats die ‘afgelegen’ lag. De spelling van Auzouer-en-Touraine (Indre-et-Loire) is afwijkend, maar vanuit fonetisch oogpunt is daar precies hetzelfde voorgevallen.
In het Occitaanse taalgebied van Zuid-Frankrijk werd oratorium tot orador, waarbij de tweede o als een ‘oe’ werd uitgesproken – dat vinden we in de huidige Franse schrijfwijze terug. In Oradour-sur-Glane (Haute-Vienne) bijvoorbeeld, bekend als martelaarsdorp uit de Tweede Wereldoorlog. Dat dorp werd in 1315 vermeld als de Oratorio. Dezelfde oude vorm komen we in 1300 tegen voor Oradour-Fanais (Charente), parrochia de Oratorio. In Oradour (16) ligt de historische kerk centraal maar geïsoleerd tussen de kleine dorpen die samen deze gemeente vormen - wat overigens ook geldt voor Orrouer in de Eure-et-Loir, met haar compleet geïsoleerde kerk in de velden. In Aquitanië wordt deze beginklank vaak geschreven als Au-, wat plaatsnamen oplevert als Auradou (Lot-et-Garonne) en Auradé (Gers), in de 12e eeuw geschreven als Orader.
Lourdoueix-Saint-Michel (Indre) en Lourdoueix-Saint-Pierre (Creuse) zijn Noord-Occitaanse tussenvormen, die fonetisch tussen de noordelijke en de zuidelijke ontwikkelingen inliggen. In deze namen is agglutinatie van het lidwoord opgetreden, wat wil zeggen dat het lidwoord, hier L' aan de naam vast is komen zitten. Beide dorpen liggen niet ver van elkaar verwijderd en moesten dus onderscheiden worden: in dit geval is gekozen voor de patroonheilige van de parochie.
De namen Saint-Oradoux-près-Crocq en Saint-Oradoux-de-Chirouze, beide in de Creuse, lijken tot de dezelfde familie te behoren, maar dat is niet zo: beide plaatsen zijn vernoemd naar de lokale heilige Adorator uit Lupersat.
De vorm Oradour komt zelfs in Lotharingen voor, maar dat is een naamtransfer uit later eeuwen. In de Tweede Wereldoorlog werden de bewoners van Charly door de Duitsers uit hun dorp verjaagd. Ze vonden onderdak in Oradour-sur-Glane… om vervolgens om te komen in het bloedbad dat de Duitsers daar op 10 juni 1944 als vergeldingsmaatregel aanrichtten. In 1950 neemt Charly de nieuwe naam Charly-Oradour (Meurthe-et-Moselle) aan, ter herinnering aan deze droevige gebeurtenis.
In sommige gevallen is het oorspronkelijke woord nauwelijks terug te kennen. Zo is Rézeau (Vienne) ook een verborgen oratorium; het dorp werd in 1489 vermeld als Orezeoux. Waarschijnlijk is hier de eerste lettergreep opgevat als een voorzetsel plus lidwoord, au ‘in de/naar de’, dat later uit de naam is weggelaten: Au Rézeau > Rézeau. In een ander geval kan het woord oratorium in zijn geheel uit de naam verdwijnen. Beltricorador uit 1219 is een ‘gebedsplaats van Beltric’, een Germaanse persoonsnaam. Later is orador uit de naam weggevallen en heette het dorp alleen nog naar de persoonsnaam; het is het huidige Bertric-Burée (Dordogne).
Le Louroux (Indre-et-Loire), Le Loreur (Manche) en Le Loroux (Ille-et-Vilaine) vertonen bijzondere gevallen van een dubbel lidwoord. Voor de eerste van die drie namen treffen we al in de elfde eeuw een agglutinatie aan in de oude teksten: Loratorio. Het tweede lidwoord komt er pas veel later bij, want in de zestiende eeuw luidt de naam nog Louroux.
In Le Louroux vertelt men net als in Le Louroux-Béconnais (Maine-et-Loire) lokaal een andere uitleg van deze plaatsnaam: beide dorpen zouden hun naam danken aan een loup roux, een rossige wolf. Dat spreek je inderdaad hetzelfde uit. Deze rossige wolf terroriseerde de streek en at vrouwen en kinderen met huid en haar op. Gelukkig kwam op een dag sint Maarten langs, die die wolf wel eens een lesje zou leren. Hij slaagde erin de enorme wolf in een meer te verdrinken, dat ook nu nog het étang du Louroux genoemd wordt.
Weergaven: 581
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Prachtig weer Jeroen, brengt me telkens weer even terug naar de geschiedenislessen op het gymnasium
Mooie uitleg, zeer de moeite waard. Overigens: Oradour-sur-Glane is, temidden van al mijn mondiale omzwervingen, verreweg de meest imponerende plek geweest. Ik raad echt iedereen aan daar te gaan kijken. Bereid je wel goed voor, want het is angstaanjagend. Maar: wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd haar te herhalen. En ik ben bang dat we daar al de nodige aanwijzingen voor zien.
Altijd interessant, Uw bijdragen ! Als "officiële" Fransman, zijn er veel dingen die voor de grote meerderheid maar weinig bekend zijn... Overigens, zijn veel "heilige" plekken uit de tijd van de Kelten en de Galliërs door de Katholieke kerk omgedoopt om er een "christelijk tintje" aan te geven ! Een aardig voorbeeld hiervan is bv. de "Tumulus Saint Michel" bij het bekende Carnac in de Morbihan (56). Het is een heuvel graf van de Kelten van ver voor Christus waarvan de vondsten in het prehistorisch museum in Vannes te zien zijn. Dat soort graven vind je bv. ook in Schotland. Carnac staat vooral bekend om zijn vele Menhirs (zie Asterix !) die daar te zien zijn... Boven dat zeer oude heuvelgraf dus, hebben de christenen een kapelletje neergezet ten ere van de Bretonse "heilige" Michel, en eeuwenlang had men geen benul dat het heuveltje van de heilige Michel eigenlijk een oud heuvelgraf was, totdat er op een goede dag een geweldige onweersbui een klein deel van die heuvel heeft laten instorten ! Er is toen een verborgen ingang ontdekt en de archeologen vielen van de ene verbazing in de andere ! Ze vonden een aantal graven van (waarschijnlijk) edellieden of aanvoerders, rijk versierd met spullen voor het "dodenrijk" en onder meer een complete strijdwagen ! Je kunt die grafheuvel op sommige dagen bezoeken met een gids. Dat is diep bukken en vooral een zaklantaarn gebruiken... Wij hebben het dik dertig jaar geleden gezien, en ik weet niet of het nu nog kan ...
Mooie bijdrage. Bedankt
Dank Jeroen, zo leuk altijd jouw pluiswerk!
Hartelijk dank allen voor jullie prettige en aardige reacties. Er was even een lange pauze, maar ik heb zeker zin om met dit onderwerp door te gaan. En ondertussen is er het boek nog ;-)
@Charles, de tumulus St-Michel is van binnen niet meer te bezichtigen, ze hebben er enkele instortingen gehad de laatste jaren - niet van het type dat je hierboven beschrijft, helaas. Je kunt er dus niet meer in, maar je kunt er nog wel op. En tja, Carnac, je suis Breton d'adoption ;-)
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr