Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Het absurde verschijnsel doet zich voor dat medelanders zomaar klakkeloos aannemen dat wij, louter omdat Lief en ik nu eenmaal in Frankrijk zetelen, dé wijnkenners bij uitstek zijn en er alle dagen doodleuk lekker lustig op los lopen te lebberen.
Mooi van niet natuurlijk. Lief en ik, wij nippen uitsluitend gezéten, daar stá ik op!
In die kennelijk diep gewortelde overtuiging én de overvolle supermarkten worden Lief en ik dikwijls klemgereden door wanhopig in de koopgeul vast gelopen vakantielanders. Uit het lood geslagen en tot wanhoop gedreven.
“Hoe vind ik hier in vredesnaam een GOEDE wijn?! Een LEKKERE wijn?!” smeekt men ons dan snikkend en snotterend met een hulpbehoevende hand zwaar leunend op één onzer onderarmen en een wanhopige blik op de zes keer zestig meter lange torenhoge stalen uitstalstellingen berstens vol geprakt met honderden en nog eens honderden wijnen en evenzovele namen, soorten, rassen, etiketten, flessen, pakken en prijzen.
Tja, kiezen.., in vredesnaam, hoe doe je dat?
Onder ons gezegd en gezwegen, precies zoals bij de melk, de toetjes, snoepjes, koekjes en ga zo maar door. Je zoekt jezelf een hoge bochel.
Zo sop ik bijvoorbeeld gaarne een klassiek biscuitje in mijn thee. Zo'n kinderlijk eenvoudig Mariakaakje. Zeg maar, hét oerkoekje. Zo'n fragiel kruimig misbaksel met ribbelrandjes. Hét kaakje voor bij de thee. Héérlijk!
Maar evenzogoed, ONVINDBAAR! Weliswaar drie miljoen verpakkingen koekjes, maar een kuis en maagdelijk onschuldig Mariakaakje blijft ONVINDBAAR. Maar afijn.
Lief en ik worden ook met regelmaat geënterd door tot waanzin en wanhoop gedreven winkelpersoneel dat ons in de hoogste graad van overspanning en hysterie ter acute bijstand en assistentie vordert om reanimatie te bieden in een geïmplodeerd dispuut met tijdelijk over- en aangewaaide clientèle van elders en ánders.
En nu is hier de prangende vraag naar een goede én lekkere wijn.Lief en ik hadden ons al welwillend staande gehouden en namen het ingevlogen stel op.
Veertigers. Zij wenkbrauwen van de verfroller en hij 'n tatoetje plus glas-in-loodbroek.
Per saldo uiteraard allerliefste lieden. Opperbeste mensen, wis en waarachtig!
“Jaaaaah....?” maande Lief het koppel met grote verwachtingsvolle ogen aanziend.
Dit dient te worden opgevat als een invitatie, een lieftallig bedoelde aansporing tot enige actie. Het is geen bevel. Hooguit een aanbeveling tot voort- én vooruitgang. Opdat we hier als winkelend kwartet géén wortel schieten. U voelt wel, Lief is zo gek nog niet. De wereld kan er haar voordeel mee doe.
“Eh..., wij zoeken 'n GOEIE wijn.” verzuchtte de man zwaarmoedig dieper in de knieën van de oververmoeide etalagebenen zinkend.
Wij, Lief en ik, begrijpen dat. Met hart en ziel. Wij leven ons volgaarne in.
“Mijn naam is Jacobus, zeg maar.” voegde hij er na een moment van nadrukkelijk zwijgen lusteloos aan toe. Alsof deze faalangstige zoektocht in zijn geboortekaart al als wanhoopsdaad stond aangekondigd.
“Jacobus? Ah, dat dacht ik al.” deed ik een schrale poging hem met enige humor een weinig op zijn gemak te stellen. Tevergeefs.
“Kom, VOORUIT met de geit! HOE vinden wij hier een GOEDE wijn?” beval de dame parmantig hoog op de glitterblauw genagelde tenen in het rond spiedend. Een raspaardje.
“Mijn naam is Mary.” haastte ze zich eraan toe te voegen.
“GOEDE wijn.” verzuchtte Jacobus nog maar eens zwaar bedrukt murmelend vanuit de onderbuik en met het moede hoofd traag instemmend ja knikkend. De kerel deed me onwillekeurig denken aan de ononderbroken moedeloos traag voort pompende 'jaknikkers' in de grauwe avondschemering van de provinciale olievelden. Ergens op een platteland. Destijds op de lage landen. Maar dat terzijde.
“Luister, ALLE wijn die u hier ziet is goed.” declameerde Lief streng. Alsof daarmee de kous ook wel meteen af was. Lief is van het rappe kijken, kopen, zuipen en niet zeiken. Morgen is er wel weer 'n andere fles onder de kurk. Dóórpakken en vlug een beetje.
Het paar keek ons een tikkeltje onevenwichtig aan.
“Voor bocht en bagger moet u elders zijn.” voegde ik er resoluut aan toe. “Supermarkten en aanverwante commerciële doorvoerhavens zijn er nu eenmaal voor de massa. Het gaat hier om kolossale plassen wijn voor hét Grote-Publiek, dé Familie-Doorsnee en dé Smallemans-Beurs. Met een bescheiden prijskaartje. Dus géén veilingbrief van Sotheby's als u voelt wat ik bedoel.”
Men voelde ergens wel iets meenden Lief en ik.
“Kortom, goed drinkbaar.” rondde Lief af. “De Fransen gaan en staan per definitie voor kwaliteit. De kwaliteit van leven. Wijn en spijzen. Al het overige zal ze worst wezen.”
“Louter goede wijn.” bekrachtigde ik nog maar eens.
Het wijnpaar knikte instemmend. Zoveel hadden ze tot dusver al wel begrepen.
“Maar..., of u het lékker vindt is een tweede, dat is een kwestie van smaak.” doceerde Lief het over een andere boeg gooiend. Hoofdstuk 2, de smáák.
“Hééft u die?” vroeg ik allervriendelijkst. Bijkans vaderlijk. Ik maak overal vrienden.
“Nou, ikzelf lust wel graag een roseetje.” biechtte Blauwteennageltje guitig glunderend op alsof ze ons een van haar meest rossige intimiteiten toevertrouwde.
“De halve wereldbevolking zuipt rosé.” oordeelde Jacobus zuur grommend.
“Welnu, dan moet het toch wel een goede zijn, nietwaar?” stelde ik guitig.
“Geparfumeerd snoepzoet zuurtjeswater. Meidenpis.” sputterde Jacobus narrig voort.
Hij had er waarachtig zin in. In dat vlammend betoog, bedoel ik.
“Lust je een biertje?” sneed Lief hem de pissige pas af.
“Heerlijk!” fleurde hij onmiddellijk op. “Zo'n fonkelend bruisend slank en fris koel hoogblond biertje van de tap. Goddelijk! Joh, daar knapt een mens van op. Dat lust toch iedereen? En het kost je geen scheur uit je reet!”
Beeldspraak leek ons. Wij moesten daar even over nadenken, Lief en ik.
“En anders,” stelde ik soepeltjes voor, “een stevig en karaktervol ambachtelijk gebrouwen triple bier van de Belgische Abdij uit de twaalfde eeuw vóór de jaartelling?”
Jacobus keek rimpelig ernstig en plaatste een wijsvinger zijdelings op de neus. Hij nam aldus het voorstel diep breingravend in ampele overweging.
“Veel te duur.” concludeerde Jacobus. “Doe mij dan maar liever een échte oude driedubbele graanjenever uit het Friesche Bartlehiem. Wie kent het niet?”
“Waarachtig,” beaamde Mary, “en voor mij dan graag een échte originele driedubbele Schotse Stone Whisky. Puur! Met ijs eis ik! Godsliederlijk verrukkelijk!”
Er viel een leeg en kreukvrij moment van ingetogen alcoholische zelfbevrediging.
“Dus kortom..., géén wijn?!” meenden Lief en ik tegelijkertijd. Wij zijn net 'n eiige tweeling.
Het stel beaamde onze stelling door heftig ontkennend 'nee' te schudden.
“Het fris en fruitige hóge noorden.” poneerde ik ter conclusie.
Het paar vorste nu met strijdvaardig wijd opengesperde ogen en trots opgeheven hoofden de diepere betekenis van mijn uitspraak. Nam ik hen de maat of in het ootje?
“Een ander klimaat en andere cultuur.” vervolgde ik. “En toch ook weer hetzelfde, maar dan anders.”
“Wat kakel je nou..?!” polste Lief mij sissend van tussen de gepoetste tanden in een oprechte mengeling van zorg, verbijstering, vermaak en nieuwsgierigheid. Ik ken mijn lief.
“Luister,” pakte ik de alcoholische draad weer op, “op de Noordelijke breedtes brouwt én drinkt men in de eerste plaats bier. Blond, goed en goedkoop. Bij gelegenheid een duurder en karaktervoller bier of nog straffer dranken zoals whisky, jenever, schnaps en dergelijke.
“Glashelder! En zo is Frankrijk een typisch wijnland.” voegde Lief er trots aan toe. “Hier verbouwt en drinkt men wijn. In het dagelijks ritme een simpel wijntje. Goed en niet duur. Bij gelegenheid een meer karaktervolle wijn wat hoger in de prijs. Rood, zwart, wit of rosé. En zo nodig daarna, daarnaast of tussendoor nog wat strengere straffe dranken.”
Mary en Jacobus knikten begripvol. Het zaad leek wortel te hebben geschoten.
“Kortom,” besloot ik, “per saldo komt het, zeker na een paar glaasjes, weer allemaal op precies hetzelfde neer. Alledaags een lichtgewicht glaasje eenvoud voor een grijpstuiver en bij gelegenheid een gewichtig glas vol karakter voor een zilveren tot gouden ducaat.”
“Hm, ik heb een vraagje..,” waagde Jacobus voorzichtig, “zwárte wijn, bestaat dat écht?”
“Jazeker!” antwoordde ik hem overtuigend en streng in de ogen kijkend.
Mary stak aarzelend schools haar 4de klas wijsvinger in de lucht.
“En jullie? Als ik vragen mag, wat drinken jullie?” vroeg ze ietwat schalks.
“Veel.” lachte Lief. “Als er maar een kurk op zit. We hebben het hele huis er mee geïsoleerd."
L e c t o r i S a l u t e m
L U D I Q U E L E V E R T
Schrijver in Frankrijk
VERSCHENEN BOEKEN IN DE REEKS FRANKRIJK
‘Hilarisch Frankrijk’
‘Kolderiek Frankrijk’
‘Kaaskoppen in Frankrijk’
'Het beste van Ludique'
VERSCHENEN ROMAN
'Het Laatste Huis'
Een intrigerend verhaal over levensloop, familierelaties en -geheimen.
Te verkrijgen via boekhandel, internet, uitgever enzovoort
sommige ook als e-boek en/of luisterboek te verkrijgen
VAN DORP UITGEVERS
BATAVIA PUBLISHERS
Volg Ludique le Vert ook op Facebook
Weergaven: 1439
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Weer heel smakelijk geschreven! Vooral als Jacobus en Mary vragen waar de wijn ligt die zo handig in melkpakken is verpakt zoal bij Appie. In Nuits-Saint-Georges midden in de Bourgogne. Dat vertaal ik dan meestal niet. Maar meestal komt het goed als ze ook even nippen.
'Helaas' herkenbaar...
Toevoeging vanuit de werkelijkheid: de medelanders die hier naar toe trekken zonder een zinnige conversatie (nuchter of niet...) in het frans te kunnen voeren: "ach kan je me 'even' helpen, ik begrijp m'n loodgieter niet...".
Hellup! Wat is een glas-in-loodbroek????
Ik proef de wijn in het verhaal Toppy.
Hallo Elly Braat, wat een glas-in-loodbroek is? Eerlijkheidshalve moet ik bekennen er zelf ook nog nooit van gehoord te hebben totdat Lief het noemde. Nu weet ik het. Er staat een kras voorbeeld van zo'n broek op onze faceboekpagina (Ludique leVert) heeft mijn Lief geregeld. Ga kijken en zie! Geweldig!
Ha Henne, ik had je al gemist, maar gelukkig ben je er weer! Dankjewel. Alles goed bij jullie?
Nog niet eerder van gehoord Lilian, even opgezocht : Enid Blyton (1887-1968} Britse schrijfster van kinderboeken. Mij onbekend.
Anders een bekende schrijfster, die Enid BLYTON. Zegt de 'Club van 5' u niks? Een hele generatie is er mee opgegroeid. In Frankrijk is er 'Oui-Oui', het kaboutertje voor het beginnende lezertje.
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr