Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Met een rijke geschiedenis van meer dan drie eeuwen, is het Vrijmetselarijmuseum een van de meest curieuze culturele plekken in de Franse hoofdstad. Het museum is gevestigd in het Hôtel du Grand Orient de France aan de rue Cadet in het negende arrondissement. De Vrijmetselarij is in veel opzichten een mysterie voor niet-ingewijden. Om de oorsprong, de invloed en het belang van de Vrijmetselarij door de eeuwen heen te begrijpen en te demystificeren is dit een must-see museum. Het is natuurlijk niet nodig om een inwijdingsceremonie te ondergaan om het museum, dat jaarlijks 20.000 bezoekers ontvangt, te bezoeken.
Logo broederschap 'Grand Orient de France
Geschiedenis
Het museum is opgericht in 1889 door de Grootoosten van Frankrijk met de ambitie om getuigenis te doen van de vrijmetselaarsinvloed op de evolutie van de samenleving, burgerschap en moderniteit. Het was toen nog een soort van rariteitenkabinet waarin een deel van het culturele erfgoed van de vrijmetselaarsbroederschappen, beter bekend als loges, waren ondergebracht. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Vrijmetselarij in de door Duitsers bezet gebied verboden en werden vrijmetselaars vervolgd en lastiggevallen. De Vichy-politie had zelfs een speciale dienst om geheime genootschappen op te sporen. Tussen 1940 en 1944 plunderden en confisqueerden de nazi’s de collecties van het museum. Een deel van de stukken werd zelfs gebruikt om de grote antivrijmetselaarstentoonstelling in het Petit Palais op te zetten. De andere in beslag genomen stukken werden opgeslagen in het voormalige hoofdkwartier van de eveneens verboden Theosofische sociëteit aan de square Rapp, in het zevende arrondissement, omgevormd tot een branche van de Vichy-antivrijmetselaars. Na de bevrijding werd, wat er nog over was van de collecties, zo’n 50 stuks, teruggegeven aan de broederschap Grand Orient de France, die ze bij gebrek aan middelen zorgvuldig in dozen bewaarde.
Lucien Murat, Grand Maitre du Grand Orient de France van 1852 tot 1861
Vóór de oprichting van het museum stond op de plek in de rue Cadet een herenhuis dat aan het begin van de 18e eeuw toebehoorde aan de Prins van Monaco. Bewoond door de markies de La Londe, voorzitter van het parlement van Rouen in 1780. Later, in 1830, was het de residentie van maarschalk Clauzel. In 1854 kocht grootmeester Lucien Murat, de derde Prins van Murat, het hotel en vestigde er het hoofdkwartier van de broederschap Grand Orient de France. De voormalige balzaal van de Grimaldi’s werd vervolgens omgevormd tot een vrijmetselaarstempel. In 1957 kreeg de tempel de naam ‘Temple Arthur Groussier’, genoemd naar de voormalige voorzitter van de raad van de Orde van het Grootoosten van Frankrijk uit 1925.
Aan het einde van de jaren ’60 herbouwde de broederschap Grand Orient de France opnieuw een deel van zijn hoofdkwartier aan de rue Cadet. Het oude kleine gebouw werd vervangen door een groot gebouw beschermd met een grote metalen gevel volgens de smaak van de internationale stijl die in de jaren ’70 in zwang was. Een virtuele bunker waar je binnenkomt via een goed bewaakte glazen deur en beveiligingspoortjes, een indeling getekend door het oorlogstrauma.
In 1973 werd het museum heropend en markeerde meteen de tweehonderdste verjaardag van de vorming van het Grootoosten van Frankrijk. Mede dankzij de hulp van de toenmalige grootmeester die veel heeft gedaan om opnieuw het vrijmetselaarserfgoed te verzamelen. Hij liep van veiling naar veiling om de collectie van voor de oorlog, te reconstrueren. Er werden zelfs stukken teruggekocht die eerder waren gestolen. Van 2008 tot 2010 werd dit unieke museum opnieuw ingrijpend gerenoveerd en kreeg bij de opening op 10 februari 2010 het predicaat toegekend, door het Ministerie van Cultuur, van ‘Musée de France’. De opening werd verricht door de Grootmeester van de broederschap Grand Orient de France; Pierre Lambicchi, in aanwezigheid van de toenmalige Minister van Cultuur Frédéric Mitterand (de neef van François Mitterrand) en Bertrand Delanoë die toen burgemeester was van Parijs.
Eenmaal langs de beveiligingspoortjes kom je in een grote hal die toegang biedt tot het museum
Vanaf het begin wordt je ondergedompeld in een zeer intieme sfeer, met name door de verlichting die mede dankzij licht-donkercontrasten een soort van clair-obscur weergeeft. Met transparante meubels waardoor het museum, bij binnenkomst, als een geheel kan worden waargenomen, terwijl de bezoeker van het ene ‘podium’ naar het andere wordt geleid. Chronologisch beleef je de ‘grote geschiedenis’ van de Vrijmetselarij op een intieme manier, een ontdekkingsreis langs de identiteit, de geschiedenis en de gebruiksvoorwerpen van de Franse vrijmetselaars: meubels, versieringen en rituele voorwerpen die toebehoorden aan de loges en de vrijmetselaars. Je ziet een grote collectie zegels, juwelen, medailles, schilderijen en persoonlijke voorwerpen zoals horloges, snuifdozen, manuscripten, patenten, gravures, boeken en foto’s. Verder enkele zeer emblematische stukken waaronder een portret van de Grootmeester van 1743 tot 1771, de graaf van Clermont. De ‘schort’ gebruikt tijdens de inwijdingsprocedure van Voltaire, Frans schrijver, essayist, filosoof en vrijdenker. Hij kan worden beschouwd als de prominente voortrekker van de Franse Verlichting en werd ingewijd aan het einde van zijn leven op 7 april 1778. Of het schort van Jérôme Bonaparte, de jongste broer van Napoleon Bonaparte en kortstondig koning van Westfalen. Maar ook het vrijmetselaarszwaard van Lafayette, een Frans aristocraat die beroemd werd vanwege zijn rol in de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd en de Franse Revolutie.
Het oudste stuk is de originele uitgave van de ‘Constituties van Anderson’ gepubliceerd in 1723, een van de grondleggers van de moderne vrijmetselarij (boven) - Voorbeeld van een schort die gebruikt wordt bij de geheime inwijdingsprocedures (onder)
De ‘schort’ gebruikt tijdens de inwijdingsprocedure van Voltaire
Het vrijmetselaarszwaard van Lafayette, een Frans aristocraat
Sommige stukken zijn ronduit verbluffend. Als bezoeker bewonder je ook de mooiste collectie aardewerk en glaswerk met maçonnieke versieringen uit de 18e eeuw. Het oudste stuk is de originele uitgave van de ‘Constituties van Anderson’ gepubliceerd in 1723, een van de grondleggers van de moderne vrijmetselarij. Een buste van Marianne uit 1882, zij symboliseert de ‘triomf van de Republiek’. Gemaakt door Paul Lecreux, beter bekend als Jacques de France. Het beeld is oorspronkelijk gemaakt voor de loge van Saint-Germain-en-Laye; ‘La Bonne Foi’. Maar ook een porseleinen Marianne uit de tweede republiek van 1842 tot 1852. De datum 23 februari 1848 die op de sokkel staat vermeld, verwijst naar het begin van de Parijse opstand die leidde tot de val van Louis-Philippe. Met recht zie je hier een van de mooiste collecties ter wereld.
Graaf van Clermont, Grand Maitre van 1743 tot 1771
Vrijmetselarij
De Vrijmetselarij is voortgekomen uit de bouwcorporaties van de middeleeuwen en is in haar huidige organisatievorm drie eeuwen oud. Er zijn vele wortels, o.a. in Schotland en Frankrijk, maar Engeland is de bakermat van de Vrijmetselarij. Daar bloeide in de 17de eeuw de Royal Society, een genootschap van vooruitstrevende wetenschappers, onder wie veel vrijmetselaren. De traditie van de Vrijmetselarij is dan ook diep geworteld in de geschiedenis van Frankrijk. Vrijmetselarij als hulpmiddel van de Verlichting of Eeuw van de Rede, een cultureel-filosofische en intellectuele stroming in Europa die ruwweg samenviel met de 18e eeuw, daarna als een vector voor verspreiding van het democratische liberale kamp. Vandaag de dag zijn er bijna 200.000 mensen lid van de Vrijmetselarij in Frankrijk, waarvan ongeveer een kwart lid van de oudste broederschap die van het Grand Orient de France. De Vrijmetselarij telde onder haar leden de grootste geesten en kunstenaars van hun tijd. De betekenis van de Vrijmetselarij als leerschool van deugd en democratie is dan ook enorm geweest. De meeste grote filosofen van de Verlichting waren vrijmetselaar: Rousseau, Montesquieu, Voltaire, Danton, enzovoorts. Op 14 januari 1882 werd de eerste vrouw geïnitieerd: Maria Deraimes. Vanaf 1901 volgen meerdere loges. De Vrijmetselarij in Frankrijk zijn opgesplitst in diverse groepen, Obediënties genoemd zowel toegankelijk voor mannen en vrouwen en gemengde vorm.
De Marianne is ook een belangrijk symbool voor de vrijmetselarij - Een porseleinen Marianne uit 1848, het begin van de 2e republiek
Meestal komt men twee wekelijks samen om een zogenaamd ‘bouwstuk’ aan te horen, een filosofisch getinte voordracht, waarna er een uitwisseling van ideeën en zienswijzen volgt zonder te vervallen in felle discussies. In loges mogen geen zaken worden gedaan en er mag ook geen politiek worden bedreven. Ook twistgesprekken over godsdienst zijn verboden. Er wordt over van alles gesproken, maar nooit in een debatvorm, altijd in een dialoogvorm. Standpunten worden niet tegenover elkaar gezet, maar naast elkaar gelegd. Klonen, euthanasie, de scheiding van kerk en staat zijn voorbeelden van kwesties waarin de vrijmetselaars hun invloed trachten aan te wenden, doorgaans ten faveure van een liberale koers. Het verkrijgbaar maken van voorbehoedsmiddelen in Frankrijk was hun werk, en menige gemeente werd behoed voor een extreem-rechtse burgemeester doordat socialistische en gaullistische vrijmetselaars bij de plaatselijke verkiezingen besloten tot samenwerking.
Bronzen Marianne uit 1882 van de hand van Paul Lecreux / Jacques de France - Op 14 januari 1882 werd ook de eerste vrouw geïnitieerd: Maria Deraimes
Vrijmetselarij is geen godsdienst, geen ideologie of levensbeschouwing. En zeker geen sekte of geheim genootschap. De Orde van Vrijmetselaren is een democratische vereniging, waarvan de leden streven naar verdieping van inzicht. In dat streven staat de Orde natuurlijk niet alleen. Maar de Vrijmetselarij onderscheidt zich van andere organisaties op dat terrein door haar bijzondere methode van werken. Zij maakt daarbij gebruik van symbolen en rituelen, die op zinnebeeldige wijze de levensloop van de mens uitbeelden. In de Vrijmetselarij neemt de bouwsymboliek, erfenis van de ambachtelijke loges uit de middeleeuwen, een zeer belangrijke plaats in. De vrijmetselaar bouwt aan de ‘Tempel der Volmaking’, aan een betere wereld, waarbij hij zichzelf ziet als een bouwsteen. Passer en winkelhaak vormen internationaal hét herkenningsteken van de vrijmetselarij.
De Afrikaanse kenmerken van deze ‘Zwarte Marianne’ die in 1848 in opdracht van vijf vrijmetselaarsloges in Toulouse werd gemaakt, is voor die tijd buitengewoon vernieuwend
De passer wordt verbonden met de gedachte aan maatgeven, scheppen, afpassen. Hij is ook het symbool van de uitstralende Liefde uit het Oosten, het symbool van de Opperbouwmeester die alles ordent naar maat, getal en gewicht. De winkelhaak met zijn rechte hoek symboliseert de mens die het Licht ontvangt, de mens die zich in de ‘rechte verhouding’ weet te plaatsen tot zijn medemens. Een geliefde uitdrukking is dat de mens een ruwe steen is, die moet worden bekapt en gepolijst tot een zuiver kubieke steen, zodat die gave steen kan worden ingepast in het bouwwerk van levende stenen. Samen bouwen voor een hoger doel, schept een band. Vandaar dat men de bijenkorf ook vaak als symbool ziet terugkeren in de Vrijmetselarij. Vroeger zag men het bijenvolk als een ideale samenleving. (Bron: vrijmetselarij)
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Vrijmetselarij verboden
Veel Fransen menen echter dat de Vrijmetselarij nog steeds een belangrijke geheime rol speelt in het politieke spel en achter de schermen veel invloed heeft. De Rooms Katholieke kerk (ooit staatsgodsdienst in Frankrijk) kijkt dan ook met Argusogen naar deze onafhankelijke organisatie. Het gesloten karakter van de Vrijmetselarij (men kan slechts lid worden na een zekere ballotage) maakt het in Frankrijk tot een geheimzinnige organisatie. De Dreyfus affaire is hier zeker debet aan. Deze Frans-joodse officier heeft de geschiedenisboeken gehaald als hoofdrolspeler in een politiek schandaal dat Frankrijk twintig jaar in zijn ban heeft gehouden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bestond er de complottheorie waarbij Joden en vrijmetselaren grote invloed uitoefende op het westerse wereldgebeuren. Naar verluidt vergaderen de loges nimmer zonder de Franse vlag en besluiten zij hun bijeenkomsten met een 'Leve de republiek!'
Trakteer je zelf op een duik door drie eeuwen humanisme en geschiedenis.
Musée de la Franc-Maçonnerie, Vrijmetselarij-museum, rue Cadet 16, 9e arrondissement.
Metrostation Cadet, lijn 7.
Geopend dinsdag t/m vrijdag van 10.00 uur – 12.30 uur en van 14.00 uur tot 18.00 uur.
Zaterdags sluit het museum om 19.00 uur in plaats van 18.00 uur.
Een ongewoon bezoek om de geheimen van de vrijmetselaars van Parijs te ontdekken.
Deze rondleiding "Geheimen van de vrijmetselarij in Parijs" laat je kennismaken met de fascinerende verhalen van deze orde, een geheim genootschap dat sinds de 17e eeuw veel sporen heeft nagelaten in Parijs !
Bronnen:
Vrijmetselarij Nederland, Sarah Pons, Pierre de Boudewijn, Vrijmetselarij in Frankrijk door A.L. Longayroux,
Weergaven: 1477
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Ferry; Juist 'hooggeplaatste personen' (wat een belachelijke aanduiding is dat als je er goed over nadenkt) zijn vaak gevoelig voor secte gedoe. Zoals Sarkozy die fan is van de secte van wijlen gebroeders Bogdanov en ook bijvoorbeeld Tom Cruise van de Scientology beweging.
Nog een correctie. De winkelhaak in het Vrijmetselaar-symbool staat voor ‘rechte verhoudingen’ een juiste eerlijke en oprechte houding ten aanzien van de medemens en eigen geweten.
Wat is het ‘geheim’ van de Vrijmetselarij ? Een Vrijmetselaar antwoordde als volgt.
Hoe ruikt een roos ? Slechts door het zelf te beleven komt men daar achter .
Zo ook in de vrijmetselarij , zo komt het beleven van de samenkomst tot een zeker inzicht. Kern is dat het op jezelf aankomt, verbeter de wereld, begin bij jezelf is het adagium.
Een secte is de Vrijmetselarij niet, eerder een levenshouding.
@ En Laurenc...en wie heeft nu het vooroordeel ?!
Leuk om dit te lezen, ik kan me herinneren , dat ik als kind in Den Haag in de Nederlandse vrijmetselaarij geweest ben, waar mijn oom woonde als concierge of zo. We speelden met onze neefjes in de wat ik als de aula zag en herinner mij het "oog"
Mooi artikel @Ferry en A.L.Longayroux .
iHelaas, k ben het kontakt met die kant van de familie kwijtgeraakt
In Den Haag was de Vrijmetselarij gevestigd op de Fluwelen Burgwal. Het pand was cadeau gedaan door een lid van het Koninklijk huis die naar ik m een ook Grootmeester is geweest. De verkoop van dit prestigieuze gebouw heeft veel stof doen opwaaien binnen de ‘Broederkring ‘
@Kitty. Het ‘oog’ waarop je doelt is een verlichte driehoekige lamp die symbool staat voor het Goddelijk alziend oog waaraan niemand kan ontsnappen ;)
Veel Logegebouwen beschikken over een mooie ‘hemel’ , een blauw plafond met sterren, in de ruimte die men ‘tempel’ noemt, maar die niets heeft te maken met de uitvoering van een godsdienstoefening
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr