Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Laat ik eerlijk zijn, ik was totaal onwetend toen ik tijdens de beginjaren van mijn bezoeken aan Parijs het Musée Rodin in het 7e arrondissement binnenstapte. Het stond toen op mijn lijstje, zoals je dat vooraf maakt van alle dingen die je moet bezoeken in een grote stad: De Eiffeltoren, de Nôtre Dame, de Sacré Coeur, Montmartre, het Louvre etc. Ik kende het werk van de impressionisten, maar dat waren alleen kunstschilders zoals Monet, Renoir, Degas en Cézanne. Maar hier stond ik oog en oog met beelden in beweging, licht en donker, glad of met een onregelmatig oppervlak waarop lichtval schitteringen veroorzaakte. Zoals schilders hun werk opbouwden uit kleur- en lichtvlekken zo bouwde Rodin zijn beelden uit klei, gips en brons, ruw of juist gladgepolijst. Rodins beeldhouwwerk verbaast door zijn sterke expressie, energie en vitaliteit. De mannen met grote gespierde blote voeten met stevige tenen en goedgespierde torso’s, terwijl zijn vrouwen vaak zachte vormen hebben. Door het zichtbaar maken van het maakproces, wist Rodin het voelbare in zijn werk naar voren te laten komen; erotiek, melancholie, romantiek maar ook brute kracht. Ik ben er nog vaak terug geweest.
Villa des Brillants in Meudon
Het was Rainer Maria Rilke die Auguste Rodin aanmoedigde in Hôtel Biron te gaan wonen.
“U moet echt, waarde grote vriend, dit mooie gebouw zien en de ruimte die ik sinds vandaag bewoon. De drie vleugels komen uit op een verwilderde tuin, waarin van tijd tot tijd, konijnen te zien zijn die, alsof ze zo van oude wandtapijten zijn weggehuppeld, door de hekken springen”, schreef hij op 31 augustus 1907 aan de beeldhouwer, voor wie hij als secretaris werkte. Naast Jean Cocteau, Henri Matisse en de beroemde danseres Isadora Duncan werkte hier ook de beeldhouwster Clara Westhoff, die het in 1907 doorgaf aan haar echtgenoot Rainer Maria Rilke. Rodin begon met het huren van vier kamers op de begane grond om zijn sculpturen op te slaan. De kamers werden later zijn atelier, daar werkte hij en vermaakte hij vrienden tussen de overwoekerde tuinen. Het gehele pand kocht hij aan in 1908 en in 1909 vond hij dat het Hôtel Biron een museum van zijn werk moest worden. Toch is hij tot zijn dood in Meudon blijven wonen.
Musée Rodin Meudon
Net als het Hôtel Biron in Parijs is Villa des Brillants in Meudon omgebouwd tot een museum waar je de werken van Rodin kunt bewonderen. Waar je in Parijs geconfronteerd wordt met een groot scala van originelen toont Meudon de gipsoriginelen, waaruit Rodins beroemde bronzen beelden zijn gegoten zoals de Hellepoort (porte de l’Enfer) de Kus, het monument voor Victor Hugo, De Burgers van Calais (Les Bourgeois de Calais), studies van Balzac en La Défence. Pas hier kom je het dichtst bij de oorspronkelijke staat van Rodins werk. Als bezoeker ontdek je ook de inventiviteit van zijn montagewerk als getuigenis van de verschillende fasen in de opbouw van zijn werk.
Een van de ateliers in Rodins woning in Meudon
Bij de loopbaan van Auguste Rodin kun je je afvragen of hij ooit zo vernieuwend was gaan werken als hij niet tot driemaal toe was afgewezen voor de afdeling beeldhouwkunst op de L'Ecole des beaux-arts in Parijs. Hij moest noodgedwongen genoegen nemen met een plaats op de veel lager aangeschreven Petite Ecole (de latere École des Arts Décoratifs), een opleiding die vooral gericht was op decoratie en toegepaste kunst. Misschien heeft hij door die afwijzingen juist een tegendraadse koppigheid ontwikkeld die hem de kracht gaf met des te meer overtuiging zijn eigen weg te volgen. Maar wellicht wilde hij uit balorigheid ook domweg de starre regels van de L'Ecole des beaux-arts met voeten treden, want die schreven voor dat een beeldhouwer moest werken naar het voorbeeld van de geïdealiseerde beelden uit de Griekse tijd. Hoe het ook zij, Rodin mocht zich gelukkig prijzen dat hij op de Petite Ecole in Horace Lecoq de Boisbaudran een leermeester trof die voor zijn tijd zeer modern was. Hij hield hem namelijk voor dat niet de klassieke beelden uit de Oudheid, maar de natuur de echte inspiratiebron van de beeldhouwer moet zijn. Een opvatting die bij Rodin in goede aarde valt.
Un art qui a la vie ne restaure pas les œuvres du passé, il les continue.
Een kunst, die levend is, herstelt niet de werken van het verleden, ze zet ze voort.
Auguste Rodin
In 1864 maakte hij zijn eerste belangrijke werk 'De man met de gebroken neus' (L'homme au nez cassé) waarin alle elementen van zijn latere oeuvre terug te vinden zijn: de vérgaande oppervlaktebehandeling van het materiaal, het harmonisch samengaan van elementen uit hellenisme en barok, het vitalisme van Eugene Delacroix en het realisme van Gustave Courbet. Het eerste werkelijke schandaal rond Rodin barstte los in 1877, bij een expositie in Brussel. De kunstcriticus van ‘L'Étoile beige’ schreef op 29 januari 1877:
“De heer Rodin, één van de getalenteerde beeldhouwers die zich tot nog toe slechts liet opmerken door zijn portretbustes, heeft een standbeeld geëxposeerd op de ‘Cercle artistique’ dat bestemd is voor de komende Salon in Parijs. Daar zal het zeker niet onopgemerkt blijven, want als het werk al aandacht trekt door zijn vreemde karakter, dan zal het die aandacht nog weten vast te houden door een kwaliteit die even kostbaar als zeldzaam is: het leven”
Tot zover had Rodin geen reden tot klagen, maar het venijn zat in de staart: De bewering van het gebruik van gipsafgietsels van een levende model ('moulage sur nature'). Rodin was furieus. Een gipsafgietsel van het lichaam van een model was het meest verachtelijke wat een beeldhouwer kon doen. Het gebeurde, en zeker niet alleen bij de minsten, maar het gold als gemakzuchtig en beneden de waardigheid van een waar kunstenaar. Voor Rodin, die aan het begin stond van zijn zelfstandig kunstenaarschap, was zelfs maar de suggestie, de minste verdenking in die richting, dodelijk voor zijn reputatie. Hij reageerde onmiddellijk met een brief naar de krant. Maar die beweerde dat de twijfels waren gerezen in eigen kring namelijk die van de ‘Cercle artistique’. De kwade geruchten kwamen dus niet van de krant, maar uit de kring van kunstenaars en kenners, wat voor Rodin des te erger was. Het gerucht waaide over naar Parijs. De almachtige jury van de Salon die bepaalde of een kunstwerk al of niet ter expositie werd toegelaten, kwam nog eens terug op de gezaaide twijfel, maar nu waren er ook kunstenaars die het voor Rodin opnamen. Het beeld ‘l'âge d'airain’ was dus van een voor die tijd zó ongekend realisme dat men hem ervan beschuldigde het van een levend model te hebben gegoten.
Auguste Rodin - l'âge d'airain
De Hellepoort (de Poort van de Hel)
In 1880 ontving hij zijn eerste grote officiële staatsopdracht voor 'De hellepoort'. Een gebeeldhouwde deur voor het Musée des Arts Decoratifs in Parijs. Het thema moet de Divina Commedia van Dante Alighieri zijn, een beroemd middeleeuws gedicht. Rodin zal bijna veertig jaar aan zijn ambitieuze Hellepoort werken maar het nooit voltooien. Ook het museum voor toegepaste en decoratieve kunsten is nooit gebouwd. Rodin laat zich inspireren door de bronzen deuren voor het Baptisterium van de Dom van Florence in de eerste helft van de vijftiende eeuw, van de renaissancekunstenaar Lorenzo Ghiberti. De poort bestaat uit 186 verschillende figuren en het reliëf van zijn poort krijgt een enorme sterk wisselende dieptewerking in vergelijking met dat van de deuren van Ghiberti. Rodin vergunt ons met zijn Hellepoort een blik in zijn versie van de hel. Voor de vrouwfiguren heeft vooral één vrouw model gestaan. Tien jaar lang, tussen 1882 en 1892, beleefde Rodin een tumultueus chaotisch amoureuze verhouding met zijn 24 jaar jongere leerlinge Camille Claudel, de twee jaar oudere zus van de Franse dichter, schrijver en diplomaat Paul Claudel. De talrijke figuren die hij creëert voor deze monumentale poort blijken een eindeloze bron van ruimtelijke vormen en sculpturen op te leveren waar hij in zijn toekomstige werk steeds weer gebruik van maakt. Zo is zijn beroemde bronzen beeld van De Denker eveneens uit 1880 ook voor de Hellepoort bedoeld. Het is daarin op groot formaat geplaatst boven de twee zware toegangsdeuren. Ook bekende beelden als De Kus, de Gehurkt Vrouw hadden oorspronkelijk een plek binnen het reliëf van de monumentale, 6,80 meter hoge toegangspoort. Zijn Porte de l’Enfer was nog lang niet afgewerkt toen hij in 1886 van de stad Calais een nieuwe opdracht kreeg. Hij werkte tot 1888 aan De Burgers van Calais. Pas in 1920 drie jaar na de dood van Rodin werd de Hellepoort in brons gegoten. De gipsversie van de Poort van de Hel staat nu – ironie van het lot – niet ver van de plaats waar het origineel opgesteld zou staan. Want het project van het kunstnijverheidmuseum werd indertijd opgegeven ten gunste van een nieuw te bouwen station: het Gare d’Orsay, het tegenwoordige Musée d’Orsay. De bronzen versies zijn te zien in Parijs (Musée Rodin), Philadelphia, Tokio en Zurich. De poort in brons weegt 8.000 kilo.
De Hellepoort - Als bezoeker ontdek je ook de inventiviteit van zijn montagewerk
De Burgers van Calais 1886 - 1888 - Onder; detail
Het genie Rodin
Al vroeg in zijn carrière huurde Rodin mensen in om werk van hem over te nemen. Zo was hij zelf ook begonnen, in studio’s van andere beeldhouwers. Beeldhouwkunst ontstond in een ambachtelijke werkplaats, waar de kunstenaar hulp kreeg van mallenmakers, bronsgieters, steenhouwers en andere practiciëns. Dat collectieve scheppingsproces ging schuil achter het imago van Rodin als eenling. Rodin had in zijn piekjaren tot wel vijftig man die hij aanstuurde en zo het productieproces innovatief wist uit te buiten. Een beeld van klei werd in gips afgegoten, soms in enorme aantallen. Die afgietsels waren buffervoorraad voor assemblage van nieuwe beelden. Met klodders gips aan elkaar gezet werden ze in brons afgegoten, of in marmer gehakt. Dat marmer kon vervolgens ook weer worden afgegoten. In dit oneindige proces van transformaties speelde Rodin ook met schaal. Door een nieuwe reproductie-techniek was het verkleinen van beelden – handig voor de markt – in de mode gekomen. Rodin gebruikte de techniek juist om te vergroten. De denker, in 1881 ontstaan als beeld van zeventig centimeter hoog, stond op de Parijse Salon van 1904 als reus van meer dan twee meter. Het monument voor Balzac, bekend als manshoog beeld, heeft een kleinere geboetseerde versie als basis. Al deze voorbeelden zijn te zien in de Galerie des plâtres in Meudon.
De Galerie des plâtres
In 1900 liet Rodin op Place d’Alma in Parijs een paviljoen bouwen naast het terrein van de wereldtentoonstelling, waar de landen van de wereld zich in soortgelijke paviljoens presenteerden. Rodin opende zijn eigen overzichtstentoonstelling, met 170 werken in brons, marmer en gips. Als ondernemer nam hij groot risico, maar de kunstenaar gokte goed en profiteerde vijf maanden van de enorme toeloop. De tentoonstelling verstevigde wereldwijd zijn naam als scheppend genie. Toen de tentoonstelling in maart 1901 eindigde, liet hij het Alma-paviljoen ontmantelen en herbouwen, bijna tegen zijn villa in Meudon. Het gebouw moest om veiligheidsredenen in 1931 worden afgebroken en werd, mede dankzij de hulp van een mecenas, vervangen door het huidige gebouw achter de gevel van het voormalige Château d’Issy waarvan Rodin eerder het fronton van de tuingevel en de zuilen had aangekocht. Dit gebouw fungeert nu als de Galerie des plâtres. In de galeries is ook een maquette te bewonderen van het Pavillon d’Alma van de Wereldtentoonstelling 1900.
Auguste Rodin - La Défence 1879
De Denker
Dit werk wordt beschouwd als een symbool van de menselijke rede en creativiteit. 'Le Penseur' wordt ook 'Le Poète' genoemd, omdat het beeld eigenlijk de mediterende Dante moest voorstellen. De denker zit met zijn kin op zijn hand, zijn elleboog op zijn knie, zijn benen gekruist, zijn lichaam aanwezig, zijn geest ver weg. Overheersend zijn opnieuw de grote handen en voeten. Het hoofd lijkt, door het contrast, vrij klein. "Hij droomt", zegt Rodin over zijn meesterwerk. "Langzaam ontwikkelt zich de vruchtbare gedachte in zijn brein. Plotseling is hij geen dromer meer; hij is een schepper". Slechts een kwart eeuw na zijn oprichting werd ‘De Denker’ een Frans nationaal monument. Het beeld van 'Le Penseur', dat in de tuin staat van het museum in Parijs, stond ooit in een park in Lübeck, in Duitsland. Het beeld werd teruggekocht dankzij een publieke inzameling en staat nu rechts van de ingang. Een ander gietsel staat op het graf van Rodin en zijn vrouw in Meudon. Er bestaan 25 exemplaren van de vergrote Denker. Van de kleine Denker zijn circa 40 afgietsels gemaakt. De opbrengsten hiervan kwamen grotendeels ten goede aan de restauratie voor het 100-jarig bestaan in 2019 van het Rodin museum in Parijs. Volkomen legitiem, immers Rodin had zijn nalatenschap, inclusief het recht op reproductie, vermaakt aan de Franse staat.
De Denker of Le Penseur of Le Poète zoals te zien in Meudon
De Kus
Het was de jonge beeldhouwster Camille Claudel die Rodin onder meer inspireerde tot 'De Kus' in 1886. Twee geliefden versmolten in een oneindige omhelzing. De zachte vloeiende vormen van de twee contrasteren sterk met het blok ruw gebeitelde marmer waarop zij zitten - een symbool van hun aardgebondenheid. Rodins interesse in het idee om de menselijke figuur uit steen te bevrijden gaat terug tot zijn bewondering voor Michelangelo. Hij gebruikte hier wat hij in Michelangelo's ‘Slaven’ gezien heeft. Deze lijken zich los te rukken van de steen waaruit zij voortkomen. Met De Kus was vanaf het begin het plan de massa ruw gehakte marmer waarop de geliefden zitten te incorporeren in het werk, waarmee het symbolisch wordt voor hun aardse passie. Het contrast in oppervlak (ruw tegenover gepolijst) benadrukt de sensuele zachtheid van de lichamen.
De relatie tussen Camille en Rodin was een heel andere dan die tussen hem en Rose Beuret. Rose werd niet in de kunstenaarskringen geïntroduceerd, terwijl Camille er als kunstenares juist deel van uitmaakte. Ze maakte toen deel uit van een groepje beeldhouwkunst- studentes die samen een huis huurden en verschillende beeldhouwers uitnodigden om te doceren aan huis. Rodin was een van die meesters. Naar verluidt heeft hij alleen ogen voor haar werk gehad. Het was echter onvermijdelijk dat hij verliefd werd op Camille. Spoedig werd ze zijn studente en leerling. Hij was zo onder de indruk van haar werk, dat hij haar de handen en voeten van zijn beelden liet maken, elementen die in zijn werk van groot belang waren. De relatie tussen Camille en Rodin veranderde in een verhouding. Ze was zijn assistent, modelleur, maîtresse, vertrouweling en, de moeder van twee van zijn kinderen. Rodin besprak alles met haar en nam pas een beslissing als zij het er volledig mee eens was.
Een van Rodins mooiste werken: De Kus
Foto: Misschien stond dit beeld wel model voor de liefdesverhouding tussen Camille Claudel en Auguste Rodin
Balzac
In 1891 ontvangt Auguste Rodin van de Franse schrijversbond, de Société des Gens de Lettres te Parijs, de opdracht voor een gedenkteken ter ere van de eerste voorzitter: Honnoré de Balzac (1799-1850). Tegelijkertijd met ‘De Kus’ presenteert Rodin ook de beeltenis van Balzac op de Salon de la Société Nationale des Beaux-Arts in 1898. Daar waar het publiek enthousiast reageert op ‘De Kus’ vindt men het beeld van Balzac een monstrum. Rodin heeft zijn Balzac-figuur, zeker voor die tijd, op een onconventionele manier vormgegeven en uitgebeeld. Onder de breed omhangende kamerjas - geen net pak! - is het lichaam met de gekruiste armen voelbaar, terwijl verticale lijnen naar het enigszins karikaturaal overkomende hoofd lopen, waardoor dat juist alle aandacht krijgt. Door de directe en brute wijze van boetseren en de sterke silhouetwerking wordt de figuur in wezen groter en daardoor belangrijker gemaakt. Na de afwijzing houdt Rodin het beeld onder zijn hoede, ofschoon de Brusselse verzamelaar Auguste Pellerin het voor plaatsing in zijn stad hadden willen aankopen. Pas negen jaar na Rodins dood zijn er twee bronzen afgietsels gemaakt. Eén daarvan ging naar Antwerpen en de andere werd in 1939 in Parijs onthuld op de hoek boulevard Raspail en boulevard Montparnasse. De Franse staat, als eigenaresse van Rodins nalatenschap, besliste dat er van vele (gipsen) beelden van Rodin afgietsels in een oplage van maximaal zes gemaakt mogen worden. Zo is de Eindhovense Balzac het vierde van de zes geautoriseerde afgietsels in brons van Balzac.
Het beeld van Honré de Balzac in de tuin van het Musée Rodin in Meudon
Het einde nadert
Veel prestigieuze persoonlijkheden bezochten Rodin in zijn Villa des Brillants te Meudon. Naast collega-kunstenaars, schrijvers en verzamelaars ook koning Edward VII van Engeland in 1908 en de vrouw van de Amerikaanse president, Mme Roosevelt in 1910.
De 29 januari 1917 vond in de villa eindelijk het huwelijk plaats van Rodin met zijn metgezel, Rose Beuret, met wie hij al samen was sinds 1862, om redenen van opvolging. Maar kort daarna stierf ze, op14 februari. Op 17 november van hetzelfde jaar stierf ook Rodin. Hij werd begraven op 24 november naast Rose in de tuin van zijn eigen landgoed. ‘De Denker’ domineert - en domineert nog steeds - hun graf . Tegelijkertijd werd er een ceremonie gehouden in St. Margaret's Church in Westminster , in aanwezigheid van koningin Alexandra de echtgenote van koning Edward VII.
Het graf van Rodin en zijn vrouw in de tuin van zijn huis in Meudon
Toen het einde van zijn leven in zicht kwam liet Auguste Rodin een testament opmaken waarin hij regelde dat zijn gehele nalatenschap de Franse staat zou toekomen, op voorwaarde dat het Hôtel Biron na zijn dood het Rodin-museum wordt. Twee jaar, later 1919, opende het Rodin-museum in Parijs haar deuren.
De villa in Meudon werd eerst in 1921 met alle meubels gerestaureerd, dankzij de vrijgevigheid van mevrouw Katherine Seney Simpson, een rijke Amerikaanse wiens portret Rodin had geschilderd. In 1929 werd de Galerie des Plâtres gerestaureerd dank zij de gulle gift van de eveneens uit de VS afkomstige Jules en Etta Mastbaum. In 1953 werd de begane grond voor het publiek geopend. Het landgoed in Meudon staat sinds 1972 op de monumentenlijst.
Auguste Rodin - studie voor het graf van zijn persoonlijke vriend Victor Hugo - 1889
Auguste Rodin was een genie en maakte de beeldhouwkunst eigenhandig modern.
Musée Rodin Meudon, Villa des Brillants, Avenue auguste Rodin 19, 92190 Meudon
Bekijk de website voor actuele openingstijden (vaak alleen in het weekend van 10.00 uur tot 18.00 uur)
RER, lijn C, station Meudon-Val-Fleury, dan bus 169, halte Paul Bert.
Weergaven: 1008
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Dank Ferry, geopend, gelezen en gezien. Prachtig! Veel dank
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr