Nederlanders.fr

Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!

Ne jamais oublier

Dans le petit matin gris, on les a arrêtés

Dans le train qui les transportait

Ils pleuraient, priaient, se soutenaient

Se tenant par la main de peur d'être séparés

 

De quelles fautes étaient-ils accusées ?

Pour être ainsi, blessés, humiliés, battus

De tous leurs droits on les a déchus

Les enfants de leur mère on été séparés

 

Pendant ces mois plus longs que des années

En haillons, courbant la tête, ils ont tenu

Pensant que le monde les avait oubliés

Beaucoup sont morts, peu sont revenus

 

Qu'avaient-ils bien pu faire ? Pour vivre un tel enfer

Etre traité, comme jamais, on ne traite une bête

Il ne leur restait que des rêves plein la tête

 

Quand vous les rencontrez, ils posent sur vous, un regard si doux

Ils racontent leur enfer, par pudeur ils ne disent pas tout

Dieu fasse qu'il en reste toujours un pour témoigner

De la folie des hommes, et que cela ne puisse recommencer

 

Annie Mathieu 

 

Vergeet nooit

In de grijze ochtend werden ze gearresteerd

In de trein die hen vervoerde

Ze huilden, baden, steunden elkaar

Hand in hand uit angst om gescheiden te worden

 

Van welke fouten werden ze beschuldigd?

Te worden verwond, vernederd, geslagen

Met al hun rechten scheurden we ze uit elkaar

De kinderen van hun moeder gescheiden

 

Gedurende maanden langer dan jaren

In vodden, hun hoofd buigend, hielden ze vast

Denkend dat de wereld hen was vergeten

Velen stierven, enkelen keerden terug.

 

Wat hadden ze kunnen doen? Om in zo'n hel te leven

Als je als nooit tevoren wordt behandeld, behandeld als een beest

Ze hadden alleen dromen in hun hoofd

 

Als je ze ontmoet, poseren ze met een blik die zo lief is

Ze vertellen hun hel, door hun bescheidenheid vertellen ze niet alles

God maakt dat er altijd één over is om te getuigen van de

waanzin opdat dat het niet opnieuw kan beginnen

 

Père Lachaise is voor buitenlandse toeristen de vierde attractie van Parijs, na de Eiffeltoren, de Notre Dame en de Arc de Triomphe. Waarschijnlijk is het de unieke combinatie van bijzondere grafkunst, l'art funèbre, vanaf 1804 tot heden, in combinatie met de romantische, eerbiedwaardige, groene omgeving. Maar zeker ook de aanwezigheid van grafstenen met honderden beroemde namen, begraven in wat eens het  landgoed was van Louis Baron Desfontaines. Hier liggen maarschalken, politici, schrijvers, kunstschilders, filmsterren, filosofen, componisten en zangers naast duizenden gewone Fransen in de schaduw van meer dan twaalfduizend bomen. Maar Père Lachaise is niet alleen interessant vanwege zijn graven en beroemdheden. Het is ook de beeldentuin van oorlogsmonumenten. Dit keer neem ik je niet mee langs al die beroemdheden maar langs monumenten die minder heroïsch of bekend zijn.

 

Père Lachaise is niet alleen interessant vanwege zijn graven en beroemdheden, het is ook de beeldentuin van oorlogsmonumenten

We stappen uit bij metro Père Lachaise, bij de uitgang aan de place Auguste Mérivier en gaan rechts de avenue de Gambetta in. Na ongeveer honderdvijftig meter aan de rechterkant, komt u aan bij een van de mooiste en rustigste tuinen van Parijs: Le jardin du Samuel de Champlain. Slechts 13192 m² groot. Een langgerekte strook, die loopt langs de noordwest muur van het kerkhof Pére Lachaise. Deze serene openbare tuin, aangelegd in 1889, is genoemd naar de vader van het nieuwe Frankrijk, de Fransman Samuel de Champlain; navigator, cartograaf, ontdekker, geograaf en etnoloog. Hij stichtte in 1608 de Canadese stad Quebec. 

Bij het binnengaan van de tuin, zie je aan de rechterkant, de hoge muur van de begraafplaats. De weelderige tuin staat bekend om haar verscheidenheid aan bomen waaronder zeer verschillende soorten esdoorns.  Logisch want het blad, de 'Maple Leaf' is bekend  als het esdoornblad in de Canadese vlag. Vrijwel onmiddellijk voert een steile helling je naar boven, met als beloning, boven aan de top, een prachtig uitzicht over typische Haussmann gebouwen van de Avenue Gambetta en de noordwestzijde van Parijs. Wat opvalt is de stilte. Het geluid van de drukke avenue wordt volledig geabsorbeerd door het weelderige groen.

 

Le mur aux victimes des Révolutions

De steile klim wordt beloond door een bijzonder monument uit 1909, gemaakt door de Franse beeldhouwer Paul Moreau-Vauthier (1871-1936); 'Le mur aux victimes des Révolutions'. Een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Franse revoluties. Linksonder, als inscriptie, een uitspraak van  Victor Hugo: “Ce que nous demandons à l’Avenir. Ce que nous voulons de Lui. C’est la Justice. Ce n’est pas la Vengeance.” (Vrij vertaald; Wat wij in de toekomst vragen, wat wij willen, is rechtvaardigheid, geen wraak) Geraakt door dit monument en de prachtige tekst, lopen we verder en passeren een oude gesloten toegangspoort, vol met graffiti, die vroeger leidde naar de grootste necropool van Parijs wetende, dat achter deze muur, ook de beeldhouwer zelf hier begraven ligt. We verlaten de tuin en gaan rechts de rue des Rondeaux in. Tegenover de avenue de Père Lachaise ligt de oost-ingang van de begraafplaats. 

Van de meer dan 300.000 joden die in 1940 in Frankrijk verblijven, komen er 76.000 om in concentratiekampen van de nazi’s

Weinigen weten dat in Frankrijk 25 april bekend staat als ‘La Journée Nationale des Déportés et de la Libération des camps’. Daar waar Frankrijk stil staat bij alle gedeporteerden  en hun bevrijding uit de concentratiekampen 76 jaar geleden. Het is ook voor het eerst dat er op deze dag geen massale herdenking kon plaatsvinden vanwege het Corona virus. Van de meer dan 300.000 joden die in 1940 in Frankrijk verblijven, komen er 76.000 om in concentratiekampen van de nazi’s. Dit is aanmerkelijk minder dan in Nederland, waar van de 140.000 joden er niet minder dan 104.000 worden vermoord. De oorzaak van dit relatief lage aantal slachtoffers in Frankrijk, ligt waarschijnlijk in de weigering van de regering-Pétain om Franse joden uit te leveren. Alleen niet-Franse joden werden vervolgd, waardoor meer dan driekwart van het Franse jodendom de oorlog kon overleven. Naast de deportatie van de Franse joden, zijn gedurende de oorlogsjaren ook nog eens 600.000 communisten, arbeiders, verzetsmensen en dwangarbeiders voor de oorlogsindustrie naar Duitsland afgevoerd. Van deze groep zijn 89.000 mensen omgekomen. 

De wandelroute die we gaan nemen

Bij de oost-ingang gaan wij direct rechtsaf, de avenue Circulaire naar divisie 97. Daar treffen wij een reeks van zeer indrukwekkende monumenten aan als eerbetoon aan de duizenden slachtoffers die leden en of vochten tegen de nazi-barbarij. Deze monumenten zijn in de eerste plaats opmerkelijk vanwege hun diversiteit en hun buitengewone weergave van zoveel tragedie. De kunstenaars, bronsgieters, marmerwerkers, etc. die ze hebben gemaakt, hebben hier herkenbaar een aspect van de deportatie vastgelegd, gekoppeld aan de specifieke identiteit van de diverse concentratiekampen. Het thema lijden is alom tegenwoordig, omdat de scheppers de gruweldaden en de levensomstandigheden van de miljoenen slachtoffers in steen of brons treffend hebben vertaald.

 

Mauthausen (T)

Meteen op de hoek van divisie 97 twee monumenten: Het monument ter ere van de slachtoffers van kamp Mauthausen en daarnaast van kamp Flossenbürg.

Mauthausen was berucht om zijn lange, hoge trap met 186 ongelijke treden. Daarover moesten dwangarbeiders, voornamelijk Russen en zigeuners, brokken graniet uit een lager gelegen steengroeve naar boven slepen, een opgave waaronder de meeste van hen na verloop van tijd bezweken. Dat was ook de enige functie van de trap waar SSérs weddenschappen afsloten wie het eerst zou bezwijken. Het monument, in 1958 gebeeldhouwd door Gérard Choain, stelt een naakte uitgemergelde man in brons voor, zwaar gebukt onder een zware lading graniet aan de voet van een schijnbaar eindeloze trap. Het bronzenbeeld is van M. Hohwiller. De keuze van de kunstenaar was om de nuchterheid en de wreedheid met elkaar te verzoenen. Het monument bestaat uit zeven blokken graniet afkomstig uit de steengroeve van Mauthausen op 25 km van Linz, Oostenrijk. 180.000 mannen en vrouwen werden daar opgesloten, 154.000 stierven gemarteld, vergast, neergeschoten, opgehangen.

 Het monument ter ere van de slachtoffers van kamp Mauthausen

Flossenbürg (U)

Het monument er naast, uit 1988, is ter nagedachtenis van de slachtoffers van concentratie-kamp Flossenbürg. Een trap van 10 steile treden uitgehouwen uit graniet afkomstig uit de steengroeve rondom het kamp. Aan de voet 4 blokken steen die op brute wijze symbool staan voor de hoofdoorzaken van de dood van 75.000 gedeporteerden. Tegen 1945 bevonden er zich 40.000 gevangenen in het Flossenbürg-complex, waarvan 11.000 vrouwen. Zij werden gebruikt in de steengroeves en in de wapenindustrie. Wie tewerkgesteld werd in de steengroeve, had gemiddeld nog drie maanden te leven. 1 op de 3 gevangenen overleefden haar/zijn tewerkstelling in de steengroeven en in de bosbouw niet. Net voor de bevrijding van het concentratiekamp werden de gevangenen gedwongen te voet naar andere nog niet bevrijde concentratiekampen te marcheren. De uiteindelijke bedoeling van die dodenmarsen was de volledige liquidatie van de overlevenden. Op die manier zouden alle sporen worden uitgewist. Het kamp werd bevrijd in april 1945 door de geallieerden.

 

Onder deze steen ligt een beetje as van de 13.500 Franse martelaren die door de nazi's in het kamp Neuengamme zijn vermoord

Neuengamme (R)

Een sobere steen in wit graniet met daarachter een gehurkte figuur zonder uitdrukking die de afwezigheid van gevoelens en dus een zekere ontmenselijking weerspiegelt. omlijst de gedenksteen met de tekst: Onder deze steen ligt een beetje as van de 13.500 Franse martelaren die door de nazi's in het kamp Neuengamme zijn vermoord. Ze stierven zodat wij vrij konden leven. Hun families en hun zeshonderd overlevende kameraden hebben dit monument ter nagedachtenis opgericht. XIII November MCMXLIX

Bijna de volledige administratie van Neuengamme is vernietigd. Omdat een gevangene de boeken uit de ziekenbarakken in de steenfabriek heeft verstopt zijn duizenden namen bewaard gebleven. Verder rest er nog een, door gevangenen bijgehouden, dodenboek en zijn er gegevens van het Rode Kruis. Er wordt nog steeds gewerkt aan de reconstructie van de administratie, maar het ziet er niet naar uit dat deze nog volledig te krijgen is. Het monument, ontworpen door Pierre Honoré, is een van de eerste die in 1949 op de begraafplaats werd ingewijd. Ook dit beeld bevat as uit een van de verbrandingsovens.

 

Het monument Ravensbrück dwingt tot overdenking

Ravensbrück (Q)

Het monument Ravensbrück dwingt tot overdenking. Het is van bescheiden formaat en presenteert twee handen, onevenredig groot, die als het ware uit een hoop stenen springen. Volgens getuigenissen symboliseren zij de solidariteit van vrouwen die weerstand bieden en vechten tegen de ontmenselijking. Ravensbrück, zo’n vijfentachtig kilometer ten noorden van Berlijn,  was namelijk het enige vrouwen-concentratiekamp in het Derde Rijk en werd in 1938 door de SS opgericht. Hier vallen meer dan 90.000 doden op een totaal van 132.000 gevangenen van 29 verschillende nationaliteiten, onder wie 8.000 Fransen. Op 30 april 1945 werd het kamp door het Sovjetleger bevrijd.

 Twee handen, onevenredig groot, die als het ware uit een hoop stenen springen

Auschwitz-Birkenau (P)

Alleen de naam al vertegenwoordigt de gruwel van de deportaties en de genocide. De bouw van het kamp begon in 1941 als onderdeel van de ‘Endlösung der Judenfrage’ en is op 27 januari 1945 door de Sovjettroepen bevrijd. Vanwege zijn omvang wordt Auschwitz beschouwd als hèt symbool van de massamoorden gepleegd door de nazi’s. Van de 1,3 miljoen gedeporteerden overleefden ongeveer 1,1 miljoen mannen, vrouwen en kinderen, van wie de overgrote meerderheid joden waren, Auschwitz niet.

De sobere gedenkplaats bestaat uit een kolom waarin het onherkenbare silhouet van een mens met een vergroot hoofd is te zien. Hier worden de 76.000 Franse joden en 3.000 niet- joden herdacht.

We houden links aan. De monumenten aan de overzijde worden later besproken.

 

Auschwitz-Birkenau, vanwege zijn omvang wordt Auschwitz beschouwd als hèt symbool van de massamoorden gepleegd door de nazi’s

Büchenwald-Dora (L)

Een donkere groep uitgemergelde gevangenen, die elkaar maar ternauwernood staande kunnen houden, verbeeldt de ellende in dit op een heuvel boven Weimar ingerichte werkkamp waar zo’n 238.000 mensen gevangen werden gehouden en 57.000 mensen de ontberingen niet overleefden. Een relatief laag aantal maar Büchenwald was een werkkamp onder andere voor de productie van de V1 en de V2 en had uitroeiing niet als eerste doel.

Horror en lijden worden hier perfect uitgedrukt, net al solidariteit en wederzijdse hulp. De leden onlosmakelijk met elkaar verbonden. Twee gedeporteerden met een levenloos uiterlijk proberen hun kameraad op te tillen die dood is. Het Büchenwald-Dora-monument is een van de meest uitzonderlijke qua expressiviteit. Gebeeldhouwd door Louis Bancel en gegoten door de bronsgieterij van Godard. Op de voet de tekst van Louis Aragon:

 

Het Büchenwald-Dora-monument is een van de meest uitzonderlijke qua expressiviteit

Qu’à jamais ceci montre comme l'Homme dut tomber

et comment le courage et le dévouement

lui conservent son nom d'Homme.

 

Laat voor altijd laten zien hoe de mens is gevallen

en hoe met moed en toewijding

hij zijn naam behoudt als man

Het monument werd onthuld op 5 april 1964

 

Oraniënburg-Sachsenhausen (I)

Het kamp lag 35 kilometer van Berlijn. Vanaf 1936 tot 1945 werden hier naar schatting 200.000 mensen geïnterneerd en stierven er 100.000. Onder de gevangenen waren politieke tegenstanders van Adolf Hitler, krijgsgevangenen die het nazi regime als 'minderwaardig' beschouwden: geestelijk gehandicapten. zogenaamde asocialen, Roma’s, Joden, homo-seksuelen en Jehova’s getuigen.  ‘Sachso’ was vooral berucht om de uitgebreide proeven die SS-artsen op gevangenen uitvoerden. Gevangenen werden opzettelijk grote wonden toegebracht om de genezing te bestuderen en kinderen werden besmet met hepatitis B teneinde de veranderingen in de lever te volgen. Proeven die vrijwel altijd met de dood eindigden. In augustus 1941 vond daar een massamoord plaats met de executie van meer dan 13.000 Sovjet krijgsgevangenen. Op hen werd de in Sachsenhausen ontwikkelde nekschotmachine uitgeprobeerd. Het kamp werd door het Rode Leger bevrijd op 22 april 1945. Het kolossale stilistische beeld (meer dan 5 meter) gemaakt door Jean-Baptiste Leducq en onthuld in 1970, stelt een magere man voor die staande blijft, gedragen door doornige takken, waarbij de wortels een pijnboom voortbrengen en de top eindigt als herinnering aan de vlam. De kroon stekelig aan de basis, symboliseert de sluiting van het kamp. In het midden rijst als een kreet naar de hemel, het tragische beeld op van een lichaam, uitgerekt in de hoop herboren te worden en voort te leven in de herinnering.

We draaien nu 180 graden.

 

Oraniënburg-Sachsenhausen, het kolossale stilistische beeld (meer dan 5 meter) stelt een magere man voor die staande blijft, gedragen door doornige takken

Buna Monowitz (J)

Aan de overzijde de sobere gedenkplaats voor Auschwitz III ook wel Buna Monowitz genoemd. Auschwitz III was het laatste van de drie grote kampen van het concentratiekampcomplex Auschwitz. Het uit repen staal vervaardigde monument, onthuld in 1993, herinnert aan de immense chemische fabrieken van AEG, IG-Farben, Henkel en Siemens. 30.000 gedeporteerden, van wie 3500 uit Frankrijk, vonden hier de dood. N’Oublions Jamais! staat er op de bronzen gedenkplaat.  Op dat wij nooit zullen vergeten.

 

Buna Monowitz

Natzweiler-Struthof (K)

Natzweiler-Struthof was het enige Duitse concentratiekamp op Frans grondgebied, ongeveer 50 kilometer buiten Straatsburg bij de plaats Natzwiller (ook wel Natzweiler), op 800 meter hoogte. Het kamp was van mei 1941 tot november 1944 operationeel. De locatie van het kamp was speciaal door Albert Speer gekozen vanwege de aanwezigheid van roze graniet, benodigd voor de megalomane plannen voor het te bouwen Germania, de nieuwe hoofdstad van het Derde Rijk. In totaal werden hier 52.000 mensen geïnterneerd, afkomstig uit onder meer Frankrijk, Nederland, Duitsland, Noorwegen, Polen en de voormalige Sovjet-Unie. De gevangen moesten zware lichamelijke arbeid verrichten en dit in combinatie met de barre levensomstandigheden en voedseltekorten leidde tot vele slachtoffers. Natzweiler-Struhof was net als Groß-Rosen aangewezen als Nacht und Nebel-kamp, waar mensen spoorloos moesten verdwijnen Er stierven hier 22.000 mensen aan uitputting of werden vermoord in de gaskamers. Op 23 november 1944 werd Natzweiler-Struthof officieel door de Amerikanen bevrijd. De aangrijpende sculptuur; ‘Le Gisant’, ontworpen door Georges Halbout, is een kopie van het beeld geplaatst bij de ingang van het kamp Natzweiler-Struthof. De installatie op Père Lachaise vond plaats in augustus 2004, op initiatief van overlevenden en familieleden van ‘verdwenen’ gevangenen.

 

Het aangrijpende monument Natzweiler-Struthof

Dachau (M)

Als op 29 april 1945 het zuid-Duitse kamp Dachau, pal boven de Beierse stad Munchen, wordt bevrijd, zijn daar rond de 100.000 mensen vermoord en meer dan 200.000 gevangen gehouden. Dachau wordt al in 1933 opgezet na de machtsovername van Hitler en is daarmee het eerste concentratiekamp van de nazi’s en een opleidingskamp voor de beulen die later het commando krijgen over de latere concentratiekampen. Bijgestaan door een commissie van overlevenden, werkten de architecten Louis Duco en François Spy in 1985 (Op de 40e verjaardag van de bevrijding van de kampen) aan een constructie die op een kleine herdenkingstempel zou kunnen lijken. Twee brute en koude granieten zuilen ondersteunen een driehoek van rood marmer met de naam van het kamp, een directe verwijzing naar de borduursels die op de pyjama's van de gedeporteerden werden genaaid. Onder de punt van de driehoek staat een klein zwart lijkkistje waarin zich as uit het crematorium van Dachau bevindt. De bezoeker zal dit kistje pas zien als hij de zeven treden beklimt die naar het monument leiden. Een zin van Edmond Michelet, die naar dit kamp is gedeporteerd, loopt over de muur en moedigt reflectie aan: “Nous avons sondé des abîmes en nous mêmes et chez les autres - We hebben afgronden in onszelf en in anderen onderzocht”.

 

Twee brute en koude granieten zuilen ondersteunen een driehoek van rood marmer met de naam van het kamp: Dachau

Bergen-Belsen (N)

Het kamp Bergen-Belsen, ten noorden van Hannover, was in eerste plaats bedoeld voor ‘beschermde’ joodse gedeporteerden die de nazi’s als betaalmiddel gebruikten, hetgeen niet verhinderde dat hier 50.000 mensen stierven, van wie meer dan 10.000 tijdens een tyfus-epidemie. Onder de slachtoffers was onder andere Anne Frank. Het gedenkteken uit 1985 is ontworpen als een fuik die naar een obelisk leidt die het midden houdt tussen een schoorsteen of een overwinningszuil. Twee taps toelopende muurtjes met daarop een rails die de herinnering oproepen aan de dodentreinen. Op de muurtjes zijn de namen van grote vernietigingskampen gegraveerd, aan de voet, grote en kleine afdrukken van voetstappen van mannen, vrouwen en kinderen. Twee platen vermelden de tekst: "Dat ZIJ hebben geleden en gehoopt, maar dat GIJ zult vechten voor de vrijheid en dat men wel de lichamen heeft kunnen verbranden, maar nooit hun geest".

 

Het monument voor kamp Bergen-Belsen; Onder de slachtoffers was onder andere Anne Frank

Convoy 73 (O)

Het konvooi 73 was een konvooi van joden gevangen in Drancy die in het treinstation van Bobigny op 15 mei 1944 op transport werden gesteld richting de Baltische staten. 878 Gevangenen, uitsluitend mannen, werden gedeporteerd naar vernietigingskampen in Kaunas Litouwen, ook wel het Negende Fort genoemd en naar Reval-Tallinn (Estland). Misschien om te werken aan betonconstructies voor de Todt 2 organisatie. Aan het einde van de oorlog waren nog maar 22 gedeporteerden in leven. Onder de gedeporteerden de vader en de broer van Simone Veil, een van de meest geliefde Franse personaliteiten. Zelf werd zij met haar moeder en zus gedeporteerd naar Auschwitz en van daar naar Bergen-Belsen.  Simone Veil was de enige die overleefde. De families van de slachtoffers hoorden pas halverwege de jaren 1990, vijftig jaar na de feiten van de bestemming van dit konvooi, met name door de ontdekking van een inscriptie op een muur van het Negende Fort "Wij zijn 900 Fransen". Het monument uitgevoerd in rood marmer werd onthuld op 26 november 2006.

 

Het konvooi 73 was een konvooi van joden gevangen in Drancy die in het treinstation van Bobigny op 15 mei 1944 op transport werden gesteld richting de Baltische staten

Met dit monument komt een einde aan een macabere wandeling zodat wij 76 jaar na datum niet zullen vergeten. Eens per jaar vindt wereldwijd de Joodse herdenking plaats van de slachtoffers van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog én de herdenking van de opstand van het Getto van Warschau.

‘Jom Hasjoa’ staat voor Holocaust herdenkingsdag en vond dit jaar  plaats vanaf zonsondergang dinsdag 21 april tot zonsondergang woensdag 22 april.  Gedurende 24 uur staat men dan stil bij de vernietiging van de zes miljoen Europese joden, tijdens de Tweede Wereldoorlog en bij de invloed van de sjoa op het Joodse volk.  Volgens de Joodse kalender valt Jom Hasjoa elk jaar op 27 Nisan.

Weergaven: 1325

_____________________________

☑️ Beste plaatser van dit bericht,

fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn. 

_____________________________

Rubrieken,

Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.

20200614, Kunst en Cultuur, Parijs


Overleden
Reactie van Theodora Besse op 15 Juni 2020 op 6.46


Prachtig gedicht van Annie Mathieu. Dankjewel Ferry, voor dit bijzondere artikel en voor de foto's, waarvan ik de eerste van het beeld in Monowitz het meest sprekend vind voor de vreselijke ellende die veel van de overlevenden jarenlang hebben meegemaakt en die ze bij terugkeer aan niemand kwijt konden en door geen mens werd begrepen, blij als iedereen was dat de oorlog eindelijk voorbij was.

Reactie van Jos van den Hout op 15 Juni 2020 op 8.39

Ferry.

Bedankt voor deze historische terugblik in tekst en beeld.

Reactie van Rob van der Meulen op 15 Juni 2020 op 10.05

Eenmaal buiten gekomen kan de wandeling nog worden voortgezet langs die lange muur aan de boulevard Ménilmontant. In het voorjaar van 2018 nog een gewone muur. Op 11 november 2018 werd er een monument onthuld ter nagedachtenis aux 94 415 morts et 8 000 disparus parisiens, de la Grande Guerre de 1914-1918. Voor veel toeristen lijkt vooral het graf van Jim Morrison (the Doors) het doel van het bezoek te zijn. Voorbij lopend aan een leed dat met de jaren niet slijt, eigenlijk steeds onvoorstelbaarder wordt.

Reactie van Ferry van der Vliet op 15 Juni 2020 op 11.24

Dank voor je aanvulling Rob, De muur ter nagedachtenis van de slachtoffers van La Grande Guerre is ook zeer indrukwekkend, vooral 's avonds. Helaas had ik daar geen zelfgemaakte foto's van dus daarom niet opgenomen in mijn verhaal. Dat overigens al langer was dan normaal het geval.

Reactie van Rob van der Meulen op 15 Juni 2020 op 11.43

Ferry, ze waren in mei 2018 nog hard aan het werk en bij het lezen van deze tekst, een bord zoals je dat bij alle verbouwingen tegenkomt maar nu met een korte historische toelichting, dacht ik: toch eens achterheen gaan, de archieven induiken, waarom zo'n monument pas precies een eeuw na de afloop van la Grande Guerre in Parijs verschijnt. Ieder dorp, ieder gehucht op het Franse platteland heeft een monument. Waarom heeft dat in Parijs zo lang geduurd? 

Reactie van Mieke op 15 Juni 2020 op 12.29

Dank Ferry voor deze indrukwekkende reportage. Bij mijn bezoek aan Père Lachaise ben ik nooit zo ver gekomen. Er liggen zo veel beroemdheden en er zijn zo veel prachtige reliëfs en beelden dat ik lang niet alles in me op kon nemen, ook omdat het een zeer aangrijpend bezoek is. Dank voor deze aanvulling.

Reactie van Ferry van der Vliet op 15 Juni 2020 op 13.42

@ Rob, zelfs als Parijskenner moet ik het antwoord op jouw vraag schuldig blijven.

Reactie van Rob van der Meulen op 15 Juni 2020 op 14.50

@ Ferry, soms heb je een outsider nodig om een land of een deel van de geschiedenis daarvan beter te leren kennen of in een ander perspectief te plaatsen. Over de Tachtigjarige oorlog heb ik meer geleerd van Geoffrey Parker, The Dutch Revolt (1979) dan van de Nederlandse klassiekers op dat terrein. Geldt datzelfde niet een beetje voor Frankrijk? Graham Robb's "De ontdekking van Frankrijk" was ook voor Fransen een soms verrassende blik op de eigen geschiedenis. Ook zijn boek "Parisians" levert verrassende inkijkjes op in deze stad. Om nu zelf de paar keer per jaar dat ik nog in Parijs kom een bibliotheek of stoffig archief in te duiken, liever niet, slenteren door de stad is veel leuker.

Een tussenweg zou nog kunnen zijn om deze hoogleraar, wanneer hij weer eens in Parijs is, uit te nodigen voor een lunch, apéro of diner en hem dan die vraag voorleggen, heeft u enig idee hoeveel mensen de afgelopen honderd jaar hier oeverloos over hebben vergaderd, artikelen geschreven, geprobeerd hebben het stadsbestuur of ministers een bepaalde richting uit te sturen? De kranten moeten daar toch over hebben geschreven? Of wie weet komt hij nog een keer een gastcollege aan de Sorbonne geven, aardige vraag na afloop. Of z'n email adres zien te achterhalen, iets sneller en praktischer.

Reactie van nanneke op 15 Juni 2020 op 21.47

Veel dank Ferry voor je indrukwekkende verslag met foto's van de monumenten. Ik denk dat ik de volgende keer als ik in Parijs ben deze monumenten ga bekijken. Het onderwerp blijft aktueel en het is nog steeds niet te bevatten dat dit heeft kunnen gebeuren. "Ne jamais oublier"

Reactie van Rob van der Meulen op 15 Juni 2020 op 23.35

@ Ferry, overdadig is de informatie niet op internet, waarom dat monument voor la Grande Guerre honderd jaar op zich heeft laten wachten. Een wat onbevredigende verklaring die ik ergens tegenkwam is de volgende: "Une absence qui s’explique entre autres par la présence de la tombe du Soldat inconnu, symbole prédominant et sorte de substitut." 

Een tipje van de sluier werd opgelicht in het blad Libération: "Paris, la longue naissance du mur des morts". Waar de emeritus hoogleraar in de contemporaine geschiedenis Jean-Louis Robert er iets over vertelt. In de jaren twintig: "la municipalité a renoncé à bâtir un monument aux morts pour la capitale". Dat was meer iets voor de afzonderlijke maries om invulling aan te geven. Elk op hun eigen manier, en vaak nauwelijks zichtbaar. De namen van de gevallenen werden ingeschreven in zogenaamde livres d’or«En général, ils sont sous verre, sur de petits présentoirs, parfois dans le bureau du maire».

Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels. 

Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Nederlanders.fr

GA DIRECT NAAR:

Booka.place - Webstudio 24

Laatste nieuws uit Frankrijk

© 2024   Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Privacybeleid  |  Algemene voorwaarden