Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
In september loopt het storm bij ma tante. En ook bij ome Jan. De vakanties zijn voorbij, de laatste cent is uitgegeven, de rekeningen en aanslagen liggen bij thuiskomst op de deurmat en de kinderen beginnen aan een nieuw schooljaar. Wie zal dat allemaal betalen, zoete lieve Gerritje? De enige toevlucht is dan vaak de Crédit Municipal oftewel de Bank van Lening, die in de franse volksmond "ma tante" of "le clou" heet en in het Nederlands "ome Jan" of "de lommerd".
De oorsprong van deze instellingen is in beide landen dezelfde. De germaanse stam de Longobarden (de langbaarden) verhuisde in het jaar 568 van Duitsland naar het noorden van Italië en stichtte daar het koninkrijk Lombardije. Na de val van hun rijk verspreidden de Lombarden zich vanaf de 12e eeuw over heel West-Europa als geldwisselaars en kredietverleners voor kooplieden. Het was in die tijd namelijk verboden voor Christenen om rente te vragen, dus was dit beroep voorbehouden aan Joden en Lombarden. Evenals de Joden trokken de Lombarden met de kooplieden van jaarmarkt naar jaarmarkt en stelden daar hun eigen kraam op met een tafel ("banco"), een weegschaal en zakken geld. Onze woorden bank en banque vinden daarin hun oorsprong.
In de loop der jaren wilden deze geldschieters zich ergens vestigen. In diverse steden vroegen zij een vergunning aan voor een vaste "tafel van lening". Die werd hun meestal verleend. Als je in de Middeleeuwen geld nodig had, ging je naar de "Lombard". In de loop der jaren kreeg deze naam de betekenis van pandjeshuis. In Nederland werd lombard langzamerhand verbasterd tot lommerd.
De gevraagde rentes werden hoger en hoger en bereikten soms 80%. Dit was de overheid een doorn in het oog. Zij trad soms hard op tegen de woekeraars. De vergunning werd ingetrokken of er werd een maximum rente opgelegd. Ook gebeurde het dat een pandjeshuis werd gedwongen om alle beleende eigendommen terug te geven zonder rente.
Maar aan de woekerpraktijken kwam pas echt een einde toen liefdadige instellingen én de overheid zelf banken van lening met een lage rente oprichtten ten behoeve van de kleine man. Zo'n instelling werd "Berg van Barmhartigheid" genoemd (in het Frans nog steeds "mont-de-piété"), vanwege een verkeerde vertaling van de toen al bestaande italiaanse "monte de pieta", waarin "monte" niet berg maar krediet betekent.
De eerste mont-de-piété van Frankrijk werd in 1610 in Avignon gesticht. Pas in 1918 kregen de instellingen per decreet een officiële naam: "Caisse de Crédit Municipal". In 1936 werden er officiële regels aan gesteld, die in 2008 werden vastgelegd in een wet.
De herkomst van de volksbenaming le clou is niet moeilijk te verklaren. De als onderpand in bewaring gegeven voorwerpen werden vroeger aan spijkers opgehangen. De benaming "ma tante" komt van een anecdote over de gokverslaafde franse prins François-Ferdinand d’Orléans (1818-1900), die door het gokken diep in de schulden was geraakt. Hij bracht zijn kostbare horloge naar le clou. Toen verontruste familieleden hem vroegen waar het was gebleven, antwoordde hij dat hij het per ongeluk had laten liggen "chez ma tante".
De Crédit Municipal wordt voornamelijk bezocht door vrouwen. In 80% van de gevallen worden sieraden beleend, maar er worden ook bijvoorbeeld schilderijen verpand. Omvangrijke voorwerpen, zoals auto's, worden wegens plaatsgebrek niet geaccepteerd. De contracttermijn bedraagt 6 maanden. Een contract kan één keer worden hernieuwd.
Van de beleende spullen wordt 92% binnen de contracttermijn teruggehaald, de rest wordt openbaar verkocht. De belener profiteert mee van een eventuele meeropbrengst, maar hoeft niet bij te betalen als de opbrengst minder bedraagt dan het geleende bedrag.
De algemeen directeur van de Crédit Municipal van Nîmes (met filialen in Montpellier, Perpignan en Carcassonne) vertelt in de Midi Libre dat er ieder jaar in de maand september in alle kantoren topdrukte heerst. Dagelijks komen zo'n 400 klanten over de vloer. En volgens de directeur van het filiaal in Montpellier is het iedere maand op de dag dat de kinderbijslag wordt uitbetaald een komen en gaan van mensen die hun spullen weer komen ophalen...
Bronnen: Midi Libre, Wikipedia, etymologiebank, expressio.fr en mokums.nl
Weergaven: 2581
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Leuk en instructief verhaal Theodora : Merci. !
Als je een juweel wilt kopen is de Crédit Municipal een goed adres want de juwelen worden goed onderzocht en getaxeerd: je weet dus wat je koopt zonder zelf deskundig te hoeven zijn. De Stadsbank van Lening in Amsterdam verkoopt ook sieraden los van de veiling in hun winkel ‘De Gouden Vondst’. Het prijspeil lgt daar op ca 60% van de winkelwaarde, dus dat is de moeite waard als je een kostbaar juweel wilt aanschaffen.
Henri, ik weet niet hoe je aan dat getal komt, maar 60% van de winkelwaarde is inderdaad buitengewoon laag. Dan zal er dus weinig winst op worden gemaakt óf het bedrag dat wordt betaald aan degene die het voorwerp in onderpand heeft gegeven is veel lager dan de waarde. Want een bank van lening is natuurlijk geen liefdadigheidsinstelling en ze kunnen niet het risico lopen dat ze bij veilingverkoop een lagere prijs ontvangen dan ze aan de lener hebben betaald.
Weliswaar brengt zo'n lommerd ook rente en kosten in rekening, want het pand en het personeel moeten worden betaald, maar ze zullen ook winst willen maken, neem ik aan. De Crédit Municipal in Nîmes bijvoorbeeld is niet alleen een bank van lening maar ook een gewone bankinstelling. 't Zou wel interessant zijn om er eens een voorwerp naartoe te brengen dat je eerst hebt laten taxeren door een deskundige. En vervolgens kijken wat zo'n Crédit Municipal ervoor geeft als onderpand.
Helaas, voor mijn horloge en mijn eigen schilderijen zal geen mens belangstelling hebben...
Die foto is een giller! Knap werk.
Onze ervaringen zijn:
Voor een gebruikt kostbaar juweel zijn er drie waarden :
de winkelwaarde bij aankoop bij een juwelier: 100%
de verkoopwaarde onder particulieren ca 70%
en de waarde die de juwelier wil betalen: ca 50%
De banken van lening taxeren op ca 65%
Bij de veiling in Amsterdam biedt de Stadsbank meet tot maximaal 60% en als dat bod houdt gaat het de winkel in.
Zip heeft een fraai portret van Theodora gemaakt : 'je kunt zo in de glazen koets stappen.!
'
Henri, dank voor de uitleg.
Susan, de gouwe ouwe krijgt een facelift.
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr