Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Kijk, dat de vloer van onze slaapkamer zo gaar was als oudenwijvenkoek wisten wij ook zelf wel. Heus wel! Allang! Al sinds de allereerste nacht hier in onze boerenhoeve. Tussen de aangevreten planken door keken wij zó de zompige cave eronder binnen. Room with a view, op z'n Frans. Hilarisch Frankrijk.
Natuurlijk besloten wij per direct die overrijpe plankenkoorts te vervangen. Wat dacht u dan?Wij zijn toch waarachtig niet achterlijk, Lief en ik? Apart wellicht, maar allebei?
Gewoon aanpakken die vloer. Niet klagen maar zagen en bidden om hout. Ouwe zooi eruit, nieuwe erin. Amper tien vierkante meter dus waar hébben we het over? Zo gepiept. Even tussen de soep en de aardappelen door. Hopla!
Toegegeven, dat was toen. Inmiddels zijn we wat jaartjes verderop geraakt. Een dozijn of zo, gok ik. Méér zelfs nog, meent Lief.
Vandaag de dag zijn we immers al een vol kwintet bestsellers, een paar bruiloften én een pracht boeket kleinkinderen rijker en verder in de tijd. Waar blijft die tijd?
Hoe dan ook, we weten er alles van, Lief en ik. Van die vloer, bedoel ik.
“En, legt ie er..?” mekkerde er altijd wel een of andere wijsneus voor de zoveelste keer. Ik kon daar zó moe van worden. Geneuzel!
“Jawel, die ligt er.” verzekerden we de figuur dan.
“Légt ie er?!” werd er dan vaak wat schamper gemeesmuild. De broek zakte ze er van af. Ter plekke. Géén gezicht.
“Zeker en vast!” deed Lief er dan nog een schepje bovenop, “In de grange, drie stapels van elk pakweg tweeënhalve meter lang en dat bij mekaar zo'n vijf, zes turven hoog. Vloerhout, ligt er al eventjes hoor, schiet bijkans wortel in de betonnen vloer eronder. Verder nog wat te mekkeren?”
“Eikenhout, mes en groef, u kent die jongens wel.” vulde ik Lief aan voor de ware kenners, klussers en betweters.
Afijn, dat oeverloze gezemel, gezeur, geleuter en geneuzel over onze slaapkamervloer moest nu maar eens afgelopen zijn.
Dus – en let nu even héél goed op – die vloer LIGT er in! Jawel! Nu! Kláár d'r mee. Einde oefening. Het is volbracht.
Inderdaad, het hééft wel even geduurd, daar heeft u gelijk in! Ik ben dan ook geen klusboer. Ik boer sowieso niet. En Lief is veel meer kook- dan klusmuts.
En trouwens – ik leg het hier maar één keer uit – die snotterend demente slaapkamervloer kón er helemaal niet zomaar 'even' worden uitgesloopt. Welnee, om de dooie dood niet! Er staan namelijk twee binnenmuren bovenop. Jawel.
En als je die bescheten plankenzooi daar zomaar plompverloren onderweg rukt, lazeren die beide binnenmuren inclusief sejour én chambre zó achter mekaar die muffe cave eronder in. Inclusief meubilair én piano. Stortgat, bouwput. Afgevuld. Voelt u wel?
Kortom, dat werd 'm niet. Vertraging, staking! Uren, dagen, maanden, jaren. En, niet te vergeten, ik had onvoorzien zomaar ineens een doorlopend abonnement 'reis & verblijf' op medische onderzoeken, operaties, behandelingen en controles in de Franse zorg. Zó zat dat óók nog eens. Zeg maar gerust; tegen! Alles zat tegen.
En vergeet niet, je hebt hier óók nog eens met de spontaan opborrelende bijdragen van Lief te maken. Zij die de waarachtig hogere interieurkunst verstaat en van harte, zomaar voor de vuist weg, 'even' verordonneert dat gelijk mét die zompig kleffe vloer, uiteraard én vanzelfsprekend, óók meteen het plafond eruit moet. Weg ermee!
Natuurlijk, logisch.
Toegegeven, een onder vermoedelijk zeer robuuste middeleeuwse massief eikenhouten balken vaal, oubollig en met sneue kopspijkertjes opgehangen tamelijk armoedig en volks ogend schrootjesplafond. Grauwe achterbuurthemeltjes. Kraaltjes noemde men die indertijd. Jaren vijftig, zestig vorige eeuw. Toen ikzelf nog geeneens puberde en Lief mogelijk nog niet eens was verwekt of thuisbezorgd.
“Ik wil die MACHTIGE oeroude stoere BALKEN weer VOLUIT in het vizier hebben.” kraaide Lief welhaast orgastisch naar de schrale schrootjeshemel boven haar hoofd koekeloerend.
Ik liet de gedachte een secondje indalen. Een puntje stilte.
“Hoezo?” brieste ik dan. “Daar zie je toch geen ene ruk van?! Je sláápt toch waarachtig met je knikkers dicht, Truus?! Wat nou, BALKEN? Het is hier 's nachts pikkedonker, muts!”
Ik kan zó charmant reageren.
In het verlengde van haar hemelse decoratiepassie besloot Lief óók nog even tussen neus en lippen door dat de originele, nog in het Stenen Tijdperk door een roedel Neanderthalers met bijl en knuppel opgebouwde, natuurstenen buitenmuren van binnen van hun zeventiger jaren vuistdikke witte pleisterlaag dienden te worden bevrijd.
“Want...?” piepte ik angstvallig.
“Ik wil die STOERE OERSTENEN zien! Puur natuur! Ik wil ze VOELEN die keien! Muren moeten ADEMEN!” rondde Lief opzwepend hijgend haar gepassioneerde interieurverordeningen af.
Ik zweeg in de opwarming.
“NATUURLIJK!” demarreerde ik daarop vlammend. “WIE NIET?!!”
“Precies.” 'onderbrak Lief me wijselijk. “Wanneer begin je? Mogge?”
Ik haalde vertwijfeld de schouders op.
“Mooi ouderwets vakwerkklusje, restauratieputje. Daar hou jij van!” beval Lief.
Ik voelde ergens diep onderin een hoge hernia een dwarse landing inzetten.
“WERKVERSCHAFFING zul je bedoelen!” explodeerde ik. “Zeg maar gewoon een K-KLUS! In de Hollandse mores der platte kluskunst pleurt men er gewoonlijk in één enkele natte scheet een ordinair blikken raamwerk met gipsplaten tegenaan en klaar is Kees! Of Truus.” tierde ik voort.
“Mooi! Morgenochtend dus.” vatte Lief mijn opvattingen beknopt samen en maakte zich met een zedig knikje rap uit de lieftallige voeten.
Morgen dus. U bent mijn getuige.
Bij het krieken van die vermaledijde ochtend besteeg ik, gewapend met een uitgestreken stalen bakkes, bloeddoorlopen ogen en een dik twee meter lang stalen breekijzer, onze voor drie tientjes in Brive op de kop getikte interieursteiger. Een uitvergroot wasrek van het aloude alom bekende Brabantse huishoudmerk Trammelantia. Het vederlicht buisstaketsel staat op vierkante stofzuigerwieltjes en het geheel draagt hogerop een loopplank voor de gewenste sta- of werkhoogte.
Welnu, ik begaf mij daar onbevreesd bovenop en dreef wellustig uit alle macht, met geweld en oerkracht, het onverzettelijk stalen sloopijzer trefzeker de magere houten kraaltjeshemel binnen. Het ijzeren slooptuig verdween er geheel in. Het kraakte daar binnenin dat het een lieve lust was maar verder gebeurde er helemaal niets. Niets! Noppes.
Ik nam de onbedoelde situatie nauwgezet in ogenschouw en ontwaarde kruislings in het plafond een tweetal langgerekte verse scheurscheuten die het kraalwerk als geheel, bij wijze van spreken, leken te vierendelen.
Ik stak onbevangen mijn wijsvinger in zo'n delicate houten reet en oefende een bescheiden rukje neerwaarts. Er zwol een gewelddadig scheurend en splijtend geraas op waarbij, in een orkaan van woest wervelende wolken bruine stof, krijsend splijtende kraalhoutdelen en een lawine van stof, vuil en groezelig gruis, het gehele plafondwerk gevierendeeld naar beneden lazerde.
Welnu, geloof me, ikzelf vormde het epicentrum, ik was het oog in deze ziedend neerwaarts raasdonderende orkaan. Sodeju!
En ik stond daarboven enkel op zomers blote voeten in luchtige teenslippers met hogerop een eigenhandig kort en draderig afgescheurde sloopspijkerbroek met daarboven, op navelniveau, 'n ruimhartig aangevreten luchtig flodderend flinterdun T-shirt. Mijn reguliere werksmoking, zeg maar. Hoe bedoelt u, 'n bouwhelm?
Ik ben vervolgens een volle week bezig geweest om de manshoge berg plafondzooi via de slaapkamerramen naar buiten te lazeren. Hopla, zo de wei in geparachuteerd. Je wilt niet weten wat volwassen koeien zoal kunnen vermalen.
“Gaat het...?” vroeg Lief zo af en toe zalvend om 't hoekje van de deur loerend.
“NEEN!!” loeide ik dan mijn visie op het geheel nog eens in stemming brengend.
Zo heb ik drie volle maanden achtereen, terdege stofvrij gemuilkorfd en met een gros roze huishoudhandschoenen gehandwerkt en minutieus vele tonnen kalkpleister van de muren en karrenvrachten roodbruin leem, vergeeld gips, bejaard cement en aanverwante bouwzooi uit de vele kilometers voeg gekrabd, geprikt, gepeuterd, gemept, gevingerd, geduimd en geslagen. Het fijnere handwerk, zeg maar. Met vingers, nagels, theelepeltjes, gebakvorkjes, tandenstokers, schilmesjes en pincetjes.
Vervolgens heb ik diezelfde mijlen uitgewoonde voeg met waarachtig dik 340 kilo (!) verse voegpuree weer vol geprakt. Ambachtelijk, duim en wijsvinger. Die sonate van Beethoven klop ik er later nog wel weer eens uit.
Afijn, in de halve finale passeerden nog hele meutes contactdozen, lichtpunten, plinten, lijsten, kozijnen, haken en ogen en mitsen en maren. Ik ben hoogbegaafd pietluttig.
Eerst pas dáárna, negen maanden verderop, heb ik dan eindelijk die vermaledijde eikenhouten vloer gebaard. Hij ligt er mooi bij. Klaar d'r mee. Punt.
“Klaar?” polste Lief op d'r roze flodderslofjes in de schemerige deuropening.
Ik doneerde bits een nauwelijks waarneembaar knikje.
Er volgden enkele etmalen tijdens welke Lief druk met lappen en lapjes, lijsten, foto's en prenten, Louis de zoveelste kasten, bed plus nachtkastjes, kroonluchter, lampjes en leesllichtjes, klok en vloerkleed, kleed- en beddengoed, vitrages, roede en embrasses, lampetstel, schenkkan en pauwenveren en allerhande overig kleingoed dat in onze chambre onmogelijk kan ontbreken.
“Klaar,” verzuchtte Lief met een verhit gezicht vermoeid de sejour binnen strompelend.
Onze nieuwe slaapkamer. Lief en ik gingen arm in arm samen kijken. Lief verstaat echt als geen ander de allermooiste, warmste en liefste interieur- en decoratiekunst. Met alle gevoel en visie voor stijlen, kleuren en materialen. Het is waarachtig allemachtig prachtig geworden. Weet u, onze nieuwe slaapkamer is door Lief omgetoverd tot een heus boudoir en het heeft.......
( C E N S U U R – S L A A P K A M E R G E H E I M E N V E R W I J D E R D ) de beheerdster
------------------------------------
© LUDIQUE LE VERT
schrijver in Frankrijk
VERSCHENEN BOEKEN IN DE REEKS FRANKRIJK
‘Hilarisch Frankrijk’ – 2014
‘Kolderiek Frankrijk’ – 2015
‘Kaaskoppen in Frankrijk’ – 2016
'Het beste van Ludique' – 2020
VERSCHENEN ROMAN
'Het Laatste Huis' – 2018
Een intrigerend verhaal over levensloop, familierelaties en -geheimen.
Te verkrijgen via boekhandel, internet, uitgever enzovoort
sommige ook als e-boek en/of luisterboek te verkrijgen
VAN DORP UITGEVERS
BATAVIA PUBLISHERS
Weergaven: 1212
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Wat was het weer genieten! Dank je wel voor dit hilarische verslag en ik hoop je weer regelmatig te lezen op de site.
Woon sinds een half jaar weer in Nederland, het onderhoud van mijn plekje onder de zon werd te veel voor mij alleen. Ruim vier jaar geleden overleed mijn lief en ik koester de herinnering aan de jaren die wij samen in Frankrijk woonden.
Ik blijf lid van Nederlanders.fr en hoop nog vaak te komen genieten van het relaxte Franse leven, en daar horen jouw verhalen zeker bij.
Veel liefs voor jullie beiden en wees zuinig op elkaar!
Elselina
Beste Elselina, het doet ons veel plezier je hier weer te ontmoeten en dat je hebt genoten van de column. Dat is ook de bedoeling ervan en daarom volgen er zeker nog weer meer. Geniet! Liefs van Lief en mij.
Un grand merci Ludique. We hebben weer genoten van jullie verhaal en heerlijke stijl.
Het had ons huis wel kunnen zijn. Ook onze binnenmuur stond los en viel dus om bij het maken van een nieuwe trap. Een oude krant van 1904 kwam er tussenuit. En toen wij dat schrotenplafond weghaalden kwam er de voorraadkast van muizen etc mee.
Ik heb hard gegrinnik om je plastische beschrijving.
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr