Il y a une grosse semaine, j’étais avec un groupe de francophiles à Nyons, cité drômoise célèbre pour ses olives noires, les seules à bénéficier d’une appellation A.O.C. au même titre que les meilleurs vins. C’était jeudi, jour de marché, et rien que pour ça, c’était jour de fête. Tant de beaux produits à admirer, tant de braves gens à voir faire leurs emplettes et à entendre bavarder. Après un bon repas en bonne compagnie, j’ai emmené mes ouailles sur le sentier des oliviers, une promenade d’environ 5 km dans les collines surplombant la ville, une découverte de ces oliveraies si réputées. De beaux panneaux d’information ponctuaient le parcours et nous racontaient l’histoire d’amour entre cet arbre et les cultures méditerranéennes. Nous étions en pleine saison d’élagage, et c’était très amusant car, comme nous marchions sur un petit chemin entre les rangées d’arbres au touffu feuillage argenté, et que je racontais à voix haute comment on récoltait les olives – en secouant les branches pour faire tomber les fruits sur une bâche – une tête surgit soudain d’un des oliviers pour dire, avec l’accent : ‘Moi, Monsieur, je les cueille à la main! C’est plus gentil pour l’olivier!’ Et plusieurs fois, pendant la balade, nous reçûmes ainsi explications, conseils, plaisanteries venant de l’intérieur des arbres, comme si c’étaient eux-mêmes qui nous parlaient… Ils nous ont raconté que certains d’entre eux avaient probablement mille ans, qu’ils n’avaient pas besoin d’abeilles pour leur pollinisation – le vent suffit -, qu’on peut tirer, les bonnes années, environ une dizaine ou une quinzaine de litres d’huile du produit d’un arbre, et bien d’autres choses encore. C’était magique, surtout que les abricotiers en fleurs, les arbres de Judée tout violets, les énormes agaves transformait cette campagne bénie en un jardin extraordinaire. Il y a tout ça dans un simple noyau d’olive…
NL/ Een dikke week geleden was ik met een groep francofielen in Nyons, bekende stadje in de Drôme vanwege diens zwarte olijven, de enige met een AOC-keurmerk, zoals de beste wijnen krijgen. Het was donderdag, marktdag, en om die reden alleen al was het een feestdag. Zoveel mooie producten om te bewonderen, zoveel goede mensen om te zien boodschapjes doen en te horen babbelen met elkaar. Na een lekkere maaltijd in goed gezelschap heb ik mijn groepje op het olijven-pad meegenomen, een wandeling van ongeveer 5 km door de heuvels met uitzicht op de stad, een ontdekking van deze beroemde olijfgaarden. Mooi gemaakte informatiepanelen ritmeerden de route en vertelden ons het liefdesverhaal tussen deze boom en de mediterrane culturen. We zaten midden in het snoeiseizoen, en dat was erg grappig, want toen we over een klein pad tussen de rijen bomen met zilverachtig bladerdek liepen en ik hardop vertelde hoe de olijven werden geoogst - de takken schuddend om de vruchten op een zeil te laten vallen - verscheen er plotseling een kopje van een van de olijfbomen om te zeggen, met het accent: ‘Ik, mijnheer, ik pluk ze met de hand! Dat is leuker voor de olijfboom!’ En meerdere malen kregen we tijdens de wandeling uitleg, advies, grappen van binnenuit de bomen, alsof ze met ons spraken.... Ze vertelden ons dat sommige van hen waarschijnlijk duizend jaar oud waren, dat ze geen bijen nodig hadden voor hun bestuiving - de wind was genoeg - dat we in goede jaren zo'n tien of vijftien liter olie uit een boomproduct kunnen krijgen, en nog veel meer. Het was magisch, vooral omdat de bloeiende abrikozenbomen, de paars-joodse bomen en de enorme agaven dit gezegende landschap tot een prachtige tuin omtoverden. Dit alles zit dus in een eenvoudige olijfsteen...
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr