Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Het is weer herfst en dus kastanjetijd. Wanneer je door de bossen struint, zie je de stekelige bolsters overal op de grond liggen. Heerlijk om de eruit gevallen kastanjes tijdens de wandeling met je tanden van het harde vel te ontdoen en ze op te eten.
Op de markt in La Grand'Combe was het zaterdag ook weer raak. Nog twee straten van de markt verwijderd hoorde ik al het oorverdovende lawaai van een slagwerkorkest. Want het gebruikelijke kastanjeroosteren en -proeven behoort traditioneel gepaard te gaan met muziek. Dezelfde man als vorig jaar zat ontspannen het rooster met kastanjes boven het vuur te draaien. Af en toe moesten de kastanjes uit het rooster worden gehaald en met nieuwe kastanjes worden gevuld. Dan kreeg de man hulp van een andere man. Samen tilden ze met waterpomptangen het hete rooster van het vuur en zetten het op de grond. Na het legen en weer vullen van het rooster, maakten ze van de gelegenheid gebruik om ook het vuur weer op te stoken met takken. Daarna tilden ze voorzichtig het rooster op het vuur en de man kon weer ontspannen verder draaien.
De ANSES (Agence Nationale de Sécurité Sanitaire, de l'alimentation, de l'environnement et du travail) liet pas geleden een waarschuwing horen. Paardenkastanjes (marrons), die aan de paardenkastanjeboom (marronnier) groeien, worden namelijk vaak verward met de “tamme” kastanjes (châtaignes) van de kastanjeboom (châtaigner). Dat is bepaald niet zonder gevaar, want hoewel de châtaigne eetbaar is, is de marron giftig. De marron kan spijsverteringsstoornissen veroorzaken, zoals buikpijn, misselijkheid, braken en keelirritatie. Ieder jaar komen mensen bij hun huisarts of de eerste hulp met vergiftigingsverschijnselen.
Weliswaar duidt men in Frankrijk kastanjes vaak aan met “marron”, zoals in marrons glacés, crème de marrons of purée de marrons, maar dat betreft de grotere soorten tamme kastanjes, die speciaal gekweekt worden voor de consumptie. Daarom worden paardenkastanjes ter onderscheid ook wel marrons d'Inde genoemd.
Ook al zitten de vruchten van beide bomen in een bolster met stekels en al lijken ze veel op elkaar, toch behoren beide bomen niet tot dezelfde familie. De latijnse naam van de paardenkastanje of marronnier is Aesculus hippocastanum, terwijl die van de kastanjeboom Castanea sativa luidt.
Hoe onderscheid je de giftige paardenkastanjes (marrons of marrons d'Inde) van de eetbare tamme kastanjes (châtaignes)?
1. De bolster van de paardenkastanje is groen en glad, met korte, verspreid staande stekels. Hij bevat over het algemeen slechts één grote, ronde kastanje. De bolster van de tamme kastanje is groen tot bruinachtig van kleur en borstelig met veel lange stekels. Hij bevat 2 à 3 vrij kleine, enigszins platte kastanjes.
2. Paardenkastanjes staan in steden, parken en op schoolpleinen en boerenerven, waar ze vanwege hun fraaie uiterlijk en schaduwrijkheid worden geplant. Tamme kastanjebomen vind je in bossen en in boomgaarden.
3. De paardenkastanjebladeren zijn samengesteld uit verschillende ovale blaadjes in de vorm van een hand, terwijl de tamme kastanjebladeren enkelvoudig en langwerpig zijn.
De geroosterde kastanjes (châtaignes) die op de markt gratis worden aangeboden, kun je echter met een gerust hart eten. Je krijgt er ook een plastic bekertje rode wijn bij aangeboden. Net als andere voorbijgangers liet ik me de kastanjes en de wijn goed smaken!
Bronnen: ANSES.fr, Wikipedia.org (FR) en GroenePassies.nl
Weergaven: 1839
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Hallo Theodora
Grappig, we hebben hier laatst nog een discussie over gehad binnen een Frans Engelse ontmoetingsgroep. De meesten kenden het verschil tussen een chataigne, een marron en een marron des Indes niet. De eetbare marron is inderdaad een gekweekte soort en vind je enkel in boomgaarden en niet in de bossen.
Hans, het is natuurlijk niet voor niets dat de ANSES waarschuwt voor verwarring. Velen kennen het verschil niet, terwijl het toch heel vervelende gevolgen kan hebben wanneer je de marron (d'Inde) eet. De blonde vrouw achter de tafel (laatste foto), die ik al heel lang ken en die mij daarom een wijntje aanbood, sprak trouwens over châtaignes en niet over marrons, hoewel ze rond en dik waren.
Vroeger, in Molières-sur-Cèze, werden buiten m'n stamcafé de châtaignes geroosterd in een koekepan met gaten in de bodem, boven een open vuurtje. Als ze gepoft waren, werden ze naar binnen gebracht en konden alle cafébezoekers er van genieten. Leuk, zulke franse gebruiken, die de Fransen zeer bewust in ere houden.
Dankjewel Louise, voor deze historische aanvulling. Leuk om te lezen en te weten!
Marielle, ik wist niet dat kastanjes ook nog gezonde voedingsstoffen bevatten. Gisteren gaf een vriend van me, die boven op een heuvel midden in de natuur woont, weer zijn tweemaandelijkse vriendenetentje. Hij had een rijst-met-vleesgerecht bereid, waarin ook gekookte kastanjes waren verwerkt. We hebben gesmuld.
@louise meertens, Theodora en anderen
Een herfstachtige zaterdag, begin van de avond, rondom mijn houtkachel een spontaan ontstaan gezelschap: rustend varkenskoop- en buurman Henri, bakker Jojo en wijnhandelaar Hubert. Op de kachel een diable met daarin châtaignes. Wat een diable is? Hoe beschrijf je die? Het is een ronde, van klei gebakken, dikbuikige pot met een stevig handvat van klei en een kleine, dunne deksel. Uitstekend te gebruiken om aardappelen en châtaignes te poffen. Maar alleen op een kachel en nooit direct op vlam van de gaspit of de open haard. Wordt de diable daarop geplaatst, dan vertrekt die onmiddellijk hellewaarts.
Steek met een puntig mes in de schil van de châtaigne en wrik die een beetje los. Zo behandeld gaan ze de diable in - uitgezonderd één exemplaar. Die gaat onbeschadigd de pot in. Zodra je die uit elkaar hoort knallen, weet je dat de andere châtaignes 'gaar' zijn.
De sfeer was onvergetelijk – anders had ik u dit alles niet kunnen vertellen, natuurlijk. De bij een buurman opgeraapte en nu met een klontje boter opgediende vruchten smaakten zoals ze smaken moeten: heel lekker.
Voor de volgende gang ging Jojo een baguette uit zijn auto halen. Hubert volgde hem om een fles uit een van de wijnkisten op zijn vrachtauto te pakken. Henri had wat camembert en ik had wat Fourme d’Ambert en een stuk Livarot.
Tegen het einde haalde ik een fles uit de kelder. Die wijn vonden de heren heel goed. Maar zij konden hem niet thuisbrengen. Smakkend en walsend zocht elkeen naar de cépage, maar geen van drieën vond het antwoord. Ik was ook niet helemaal zeker van mijn zaak, want die fles was in de kelder wat gaan dwalen. Ik had wel een voorsprongetje. En onthulde, toch min of meer à la bonheur, mijn geheim. Toen ik zei dat het om een stevige (13,5 degrés) mascara uit Algerije ging, was hun bijval even groot als hun verbazing over die Hollandais, qui connaît tout. Ik deed mijn best bescheiden te blijven.
Ach, wat leuk Dick, dat je een van je mooie dorpsverhalen onder mijn kastanjeverhaal plaatst! Heel erg bedankt, want je had het gemakkelijk als een van je leuke verhaaltjes apart in dit forum kunnen plaatsen.
Ik vroeg me alleen af hoe zo'n diable die jij beschrijft er uitziet. Ik vond deze (kennelijk nog nooit gebruikt):
Ik kwam daardoor ook tot de ontdekking dat het grote rooster waaraan de man op de markt zo gemoedelijk zit te draaien ook een diable à châtaignes (of à marrons) heet. Je hebt ze ook van metaal. Zie hier en in allerlei vormen. Maar de koekepan met gaten in de bodem voor in het open vuur heet een poêle à châtaignes (of à marrons).
@theodora Herejeetje, Theodora, wat er zijn veel soorten diables. Die je hier mee stuurde, vind ik wel de mooiste, niet alleen omdat ik zo'n type heb. Ik ga deze week toch maar eens wat châtaignes rapen. Ze zijn er hier niet zo gek op. Dat zijn ze eigenlijk op niets wat in het wild groeit - dus ook niet op bramen, bij voorbeeld. Waarvan er dit jaar veel zijn, maar (door de droogte?) klein zijn gebleven.
Wat jij bedoelt Louise, is inderdaad een soort römertopf, waarvan ik er nog twee bezit. Maar het is niet de diable waar Dick het over heeft. Hij beschrijft immers zijn diable als volgt:
"Het is een ronde, van klei gebakken, dikbuikige pot met een stevig handvat van klei en een kleine, dunne deksel."
Je hebt ze ook die speciaal voor het poffen van aardappelen zijn gemaakt. Die zien er zo uit:
Dat doet dus meer aan een römertopf denken.
Overigens heb je het nieuwe woord niet aan mij te danken, maar aan Dick, die het voor het eerst gebruikte in zijn verhaal hierboven. Ook ik had diable in deze betekenis nog nooit gehoord.
Bedankt voor dit interessante verhaal Theodora en de reacties eronder! Bij ons einde v/h weggetje staat ook een tamme kastanjeboom. Ik ga nu zeker eens kijken naar recepten hoe ik ze kan bereiden. En of ik kookgerei evoor kan vinden. leuk hoor! Maar eerst maar es proeven op een van de kastanjefeesten ;) Wat is de herfst toch mooi...
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr