Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Nederland was al eeuwen lang met zichzelf verbonden, via wegen, water en een gemeenschappelijke taal, toen het Franse heuvelland nog vooral bewoond werd door geïsoleerde stammen. Wat Nederland voor liep, liep het Franse achter. Landmeters geraakten met moeite tot een volgend gehucht dat in kaart gebracht moest worden. Ze liepen vertragingen en soms rake klappen op. De stammen hadden een eigen taal, rechtspraak en beschermden de genen van de groep. 1)
De overwinning van het Front National, doet me denken aan die grote afgelegen gebieden, diep in de negentiende eeuw. En ook aan de honderden kleine wijnkastelen in het land, die vaak op de etiketten worden afgebeeld. Etiketten die de smaak van de wijn in het ongewisse laten.
In plaats van handel te drijven via sloten en meren, bleven de stammen in het rijke Franse land lekker thuis. Daar kwamen de heerlijkste recepten van. Velen verkregen faam. De wijnen schopten het nog verder, honderden kleine domeinen belandden ver achter vergelegen horizonnen. Met etiketten nog wel die de smaak van de wijn maar mondjesmaat prijsgeven en meer vertellen over wie de wijn heeft gemaakt. De wijn zelf blijft voor een leek net zo duister als de wijnkelder van het chateau. Die duizenden wijnetiketten lijken, anders dan bij bier, een spoor van het stammengevoel.
Ook econoom Mathijs Bouman tast in het duister. Hij begrijpt mijn nieuwe vaderland niet. Hij signaleerde dat Frankrijk is losgetrild van de werkelijkheid.
Nu vind ik ‘werkelijkheid’ even eng als de woorden van Marine le Pen, maar Bouman bedoelt het natuurlijk niet zo kwaad. Zijn werkelijkheid bestaat uit de economische voordelen die Frankrijk uit Europa heeft verkregen. Probleem is dat Fransen heel slecht economisch spreken en dat zit hem niet alleen in de uitspraak. De voorbeelden zijn te talrijk om geen betekenis te hebben. Er zijn er veel die behalve veelzeggend ook romantisch zijn.
Ik rekende wat oude ijzerdingetjes af bij de ijzerboer. Een kacheltje, een trapleuning en dergelijke, thuis werd druk gebouwd. Onder de toonbank ontwaarde ik tussen de rommel weer die fantastische haardplaat. Maar de zoon van de ijzerboer, met zwarte veeg van oor tot mondhoek, gaf dezelfde prijs als maanden daarvoor. Al was het een mooi ding, zo gaat dat natuurlijk niet. De Nederlander in mij wilde svp een korting.
‘Nee, nee’, zei de jongen en hij keek even bezorgd om zich heen. ‘Nee, dan krijg ik echt op mijn kop van mijn vader’.
Bij zo’n schrik dring je niet aan, ook al omdat je niet weet hoe zo’n joch die zwarte oorveeg heeft opgelopen. Maar binnen enkele tellen bedacht hij zich. Hij leek zijn vader van zich te hebben afgeschud en zei: ‘Weet u wat? U betaalt gewoon 150 euro voor de plaat, dan krijgt u die andere dingen er gratis bij’.
Je moet dan even nadenken, door dat vreemde accent. Zo’n jongen spreekt, voor mij, nog mooier economisch dan een mademoiselle die haar Engels uitprobeert met dat betoverende Franse accent.
Het economisch Leitmotif van Bouman, dat een opmars beleeft, heeft in Frankrijk niet alleen een achterstand opgelopen door de geschiedenis van de stammen die geen handelsgeest ontwikkelden terwijl ze hun eenden stuften. De geest kreeg ook nog een linkse hoek te verwerken van de revolutie met als belangrijkste motto: l’égalité’. Want deze gelijkheid verhoudt zich slecht met de ondernemer. Wie een leuk handeltje ziet, onderscheidt zich van de anderen, heft zijn kop boven het maaiveld.
Wat de gelijkheid wél bracht is een zelfgekozen burgermeester in de kleinste dorpen, sommigen niet groter dan de gemeenteraad zelf. Zo kon de stam lang blijven bestaan en daarmee ook de angst voor de moestuinen aan de andere kant van de heuvel. Ook vandaag nog bouwt men eerst het hek en dan het huis. Het journaal bespreekt weinig nieuws uit het buitenland, dat in het Frans nog ‘den vreemde’ heet. Marine le Pen die de Fransen door, voor en met Fransen aanspreekt, richt zich tot een volk dat met gemak een bedreiging van buiten voelt.
De authenticiteit van die koppige stinkkazen en beschimmelde worsten vind ik nog altijd bewonderenswaardig. Als het FN de verhoudingen maar niet te veel verstoort. Zoals de economen dat hebben gedaan, met de economie. Over de steeds hogere economische muren van Bouman zie ik steeds minder om trots op te zijn. Ik schaam me zelfs een beetje voor de economie. Met la France, minder ‘douce’ dan vóór de verkiezingen, ben ik zover nog niet.
Hopelijk houdt de EU Frankrijk binnenboord. Maar zonder werk aan een helder etiket in duidelijke taal met een beperkt economisch promillage, zijn we nog niet af van het angstvirus van de Franse homo no-economicus.
1) Graham Robb, The discovery of France, 2007
Weergaven: 437
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr