Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Vroeger - nou já: wat jaartjes geleden - was ik best gastvrij. Familieleden, vrienden en ook vrienden van vrienden waren altijd welkom. Door ervaring word je allengs wijs en steeds kieskeuriger. Maar niet kieskeurig genoeg, zo blijkt keer op keer op keer.
Oudste zoon Jochem heeft voor een lang weekend een mij nauwelijks bekende collega meegenomen – zo’n exemplaar dat, onder onze persoonlijke begeleiding, je huis van onder tot boven en je ‘landgoed’ van voor naar achter inspecteert. En geen enkele reactie afgeeft. Geen goed- of afkeuring, geen be- of verwondering, maar met een strak volgehouden onbewogen gezicht alles aanziet. Dan denk ik: “Man, reageer toch eens ergens op! Vind de met oude plavuizen betegelde keuken gezellig, of groot of oncomfortabel; wijs me er op dat er nog veel brandhout moet worden gezaagd; dat die antenneschotel tegen de natuurstenen muur daar eigenlijk niet past; dat de tuin wel erg groot is; dat mijn kippen zomaar in het naastliggende weiland rondscharrelen; dat de erg hoge brandnetels enorm veel plek innemen; dat het hier lekker ofwel heel erg stil is. In vredesnaam: zèg wat! Posi- of negatief – kan me niet schelen.” Maar niks hoor: geen boe of bah, geen be- of veroordeling – hélémááááál niks! Hij volgt ons als een blinde annex doofstomme in huis en hof.
Da’s is niet gezellig. Wèl leerzaam.
Hij blijkt ook al gauw alles te hebben gezien, er waarschijnlijk zelfs op uitgekeken te zijn. Want direct na de dag van aankomst, kort na het ontbijt, geeft hij te kennen wel iets van de omgeving te willen zien. Dat doet-ie in fors tempo. Al na een kwartiertje zeg ik vanaf de passagiersstoel: “Jochem, weet jij dat sommige Fransen op deze smalle wegen, zelfs als ze geen haast hebben, wel tachtig kilometer of sneller rijden?” Waarop hij rap zijn snelheid tot zestig kilometer terug neemt. Wat later vind ik het nodig in het algemeen op te merken dat je op deze landweggetjes, bij de nadering van een tegenligger, wordt verondersteld ietsje de berm in te gaan. Ook die les komt goed over.
Na een uurtje of twee geeft mijn gast te kennen dat hij wel wat wil eten. Ik zeg hem dat hij dan weinig geluk heeft en een poosje moet wachten, want op zondagmiddag en op het Franse platteland zijn maar weinig restaurantjes en ook geen winkels open. Na een half uur pruttelt hij weer over ‘nodig iets eten’. Want anders krijgt-ie last van (of is het met?) zijn bloedspiegel.
Daarop zeg ik: “Maar jochie, als ik zo’n kwaal zou hebben, zou ik toch altijd in de auto iets te eten hebben, al was het maar wat droge kaken, een reep chocolade, een stuk worst, gedroogde pruimen, een blikje sardientjes of wat dan ook .”
Zijn bondige reactie is even dom als duidelijk: “Maar Dick, ik heb altijd geld op zak.”
Mijn antwoord is ook kort en duidelijk: “Nou joh, dan eet je nou toch ff een briefje van tien euro. En als dat niet genoeg is, neem je er een van twintig euro!”
Weergaven: 2401
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
:)
Bedankt voor mooi, anekdotisch verhaal zo net voor het slapen gaan.
Ook leuk en glimlachwekkend bij de ochtendkoffie. Bedankt weer!
Ik had toch echt die tweede maaltijd niet betaald en ik vind dat ze de eerste maaltijd ook hadden moeten aanbieden aan de gastheer . En die grotere auto konden ze toch wel betalen met z'n vieren ?
Grrrr... Wat een uitvreters !
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr