Lieve allemaal,
verre en nabije vrienden, familie, al dan niet oppervlakkige kennissen tot in alle uithoeken van de wereld, lieden die ik gisteren nog gesproken heb of in geen jaren, ik heb jullie allemaal op de grote hoop gegooid om je aan te kondigen dat mijn boek over mijn jong gestorven grootmoeder,
‘Een vervlogen droom - verslag van een te kort leven’ is uitgekomen bij uitgeverij U2pi! Het is te koop in alle boekhandels in Nederland en Vlaanderen, op de websites van U2pi, Kelbo en Boekenroute, en via bol.com.
|
Het is een feministisch boek geworden, een ‘prachtig emancipatiedrama’, zoals een van mijn vrienden, die het ter beoordeling heeft gelezen, het noemde. Een boek over een geschiedenis die zich ruim 100 jaar geleden heeft afgespeeld maar van grote actualiteit is. Kijk maar om je heen. Overal worden mensen geknecht en vrouwenrechten worden weer ingeperkt. Wij dachten misschien dat het verworven rechten waren waaraan niet meer te tornen was, maar daarin hebben wij ons helaas vergist. |
Hier is, als voorproefje, het voorwoord van het boek:
Dit verslag van de laatste paar jaar van het korte leven van mijn grootmoeder, Augusta Francisca Maes, Guusje, geboren en getogen in het Zeeuws-Vlaamse Hoofdplaat, heb ik geschreven op basis van een handjevol foto's, een minimum aan mondeling overgedragen informatie en een hoeveelheid genealogische en andere historische gegevens die gelukkig gemakkelijk te vinden en ruim voorhanden bleken.
De mondeling overgedragen informatie is uitsluitend afkomstig van mijn moeder en uit de tweede hand, want mijn moeder had geen enkele herinnering aan de hare. De paar foto’s waarover ik beschik heb ik gevonden in mijn ouderlijk huis na het overlijden van mijn vader in 1996, tien jaar na de dood van mijn moeder.
Ik heb mijn grootvader, de Nijmegenaar Karel Augustinus Maria Hamer Jr, Karel, niet vaak ontmoet maar wel met hem gecorrespondeerd tot aan zijn overlijden, vlak voor mijn 13e verjaardag. Wij hielden allebei van corresponderen. Ik moet daarom bijna aannemen dat Karel Hamer en Guusje Maes elkaar vanaf hun kennismaking tot aan hun huwelijk hebben geschreven. Als dat zo is, is daar niets meer van over. Het huis waarin mijn grootvader tijdens de tweede wereldoorlog woonde, werd bij het vergissingsbombardement op Nijmegen van 1944 beschadigd en veel van de inboedel is verloren gegaan. Dat is er wellicht de oorzaak van dat ik geen snipper papier van de hand van mijn grootmoeder heb.
Toch heb ik dit verslag geschreven in de vorm van een serie brieven van Guusje aan een vriendin, aan haar aanstaande echtgenoot en haar moeder. Ik heb dat gedaan om haar zelf aan het woord te laten over de twijfels, eenzaamheid en angsten waaraan zij naar mijn stellige overtuiging ten prooi is geweest. Daarbij heb ik geprobeerd zoveel mogelijk in haar huid te kruipen en de brieven geschreven op de manier waarop ik denk dat zij zal hebben gesproken en gescheven. Geen literaire geschriften dus, maar eenvoudige en spontane berichten uit het leven van een aardige jonge vrouw van het Zeeuwse platteland. Vanzelfsprekend is de figuur van haar vriendin Agaath door mij bedacht om Guusje haar correspondente te geven.
Het verhaal over mijn grootmoeder is dus, afgezien van de paar overgeleverde details, geheel en al gefingeerd maar het tijdsbeeld van de Eerste Wereldoorlog heb ik geprobeerd zoveel mogelijk historisch juist weer te geven. Alle geboortedata, huwelijksgegevens, beroepen, weigeringen van toestemming tot huwelijken, overlijdensdata en de merkwaardig verschillende handtekeningen van mijn grootvader, die ter sprake komen, heb ik aangetroffen in de betreffende aktes van de burgerlijke stand en in informatie uit de bevolkings-administratie. Het hotel van mijn overgrootouders Maes, 'Het Wapen van Zeeland', is nog wel in Hoofdplaat te vinden maar staat al een aantal jaren leeg, tot groot verdriet van de huidige Hoofdplaters, die het de leukste uitspanning van het dorp vonden.
Rest mij de vraag te beantwoorden waarom ik meende dat dit verhaal geschreven moest worden. Een terloopse opmerking van mijn tante, de halfzuster van mijn moeder, al vele jaren geleden, heeft iets in werking gezet. Traag, maar zeker.
Vanaf mijn vroegste jeugd ben ik voortdurend geconfronteerd geweest met de opmerkingen en kritiek van mijn ouders op ieder familielid, ver of dichtbij. Ieders doen en laten werd geanalyseerd en geprezen of, meestal, veroordeeld. Over mijn grootmoeder Hamer is vrijwel het enige dat ik ooit te horen heb gekregen, dat zij op 26-jarige leeftijd was overleden aan de Spaanse griep; zwanger, voegde mijn moeder er een keer aan toe. Niet minder, maar ook niet meer. Punt-uit. Was er dan werkelijk niets méér over haar te zeggen? En als toch, wat dan wel? Iets waarover vooral niet gesproken mocht worden?
Dat ik daar niet eerder over ben gaan nadenken. Maar ik moest wel eerst door mijn tante op het spoor gezet worden van een groot familiegeheim dat ik niet langer voor me heb kunnen houden… Hebben jullie de smaak te pakken?
Hartelijke groet,
Rosemarijn Milo
P.S. Hoort en zegt het voort !
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr