Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Doordat ik sinds 2014 lid ben van het prestigieuze Atelier Néerlandais in Parijs ontmoet ik aldaar regelmatig medewerkers van onze ambassade. Logisch, want het Atelier, platform voor Nederlands ontwerp, de kunsten en het boek, is onderdeel van de Nederlandse ambassade in Parijs. Zo was het dat Friso Wijnen, ambassaderaad voor cultuur, mij intrigeerde met een volgende post op Facebook:
Benzinestations, coffee corners badend in neonlicht, riante witte huizen aan de rand van een bos, dat zijn de beelden die bij me opkomen als ik aan Edward Hopper denk. Ik had er geen weet van dat de Amerikaanse schilder tussen 1906 en 1910 drie keer Parijs bezocht en er zo’n veertig olieverfschilderijen maakte. ‘Ik geloof niet dat er een andere stad in de wereld zo mooi is als Parijs’, schreef Hopper in 1906 aan zijn moeder. Beïnvloed door het impressionisme en door de fotografie van Eugène Atget toonde Hopper een bijna verlaten stad met nadruk op vorm en architectuur.
Daarbij volgde onderstaande afbeelding: ‘Rue de Paris’ - 1907.
Edward Hopper, 'Rue de Paris' 1907 - Courtesy Whitney Museum of American Art, New York
Regelmatig heb ik blogs geschreven over Nederlandse, maar ook over internationale kunstenaars in Parijs, maar net als Friso wist ik niet dat de Amerikaanse kunstschilder Edward Hopper in Parijs heeft gewoond en gewerkt. Geen wonder eigenlijk, want Parijs was aan het begin van de 20e eeuw de kunsthoofdstad van Europa. Nieuwe stijlen volgden elkaar in die tijd in rap tempo op. Kunstenaars van over de gehele wereld trokken naar Parijs om zich onder te dompelen in deze bruisende metropool. Mondriaan, Chagall, Picasso, Sluijters, Kandinsky om er maar een paar te noemen. De meeste kunstenaars die in Parijs aankwamen, hadden niet veel te besteden en verbleven in de goedkope buitenwijken. In Montmarte en later Montparnasse ontstonden daarom kunstenaarskolonies, waarin schilders zich probeerden op te werken vanuit armoede naar beroemdheid.
1906 Trappenhuis en binnenplaats rue de Lille 48 - Edward Hopper, Courtesy Whitney Museum of American Art, New York
In de herfst van 1906 arriveerde Hopper in Parijs en nam zijn intrek in de rue de Lille 48, een pand dat eigendom was van de Evangelische Baptistenkerk die er aan grenst. Het pand bestaat overigens nog steeds, zo ook de kerk die dateert uit de jaren 1870. Het verblijf van Hopper bij de Evangelische kerk was geregeld via zijn ouders die lid waren van een baptistenkerk in Hudson Valley. En zo ging hij op kamers in het appartement van een weduwe. Hij was 24 jaar en net afgestudeerd aan de New York School of Art.
Edward Hopper, zelfportret 1903 - 1906 - Courtesy Whitney Museum of American Art, New York
In een 695 pagina’s tellende biografie over Hopper beschrijft kunsthistorica Gail Levin de Parijse periode van Edward Hopper. “Hij bracht de eerste maand in Parijs door met zijn ogen. Wat hij zag werd belangrijker voor hem dan wie hij ontmoette of wat hij deed”. In brieven aan zijn moeder beschreef hij de geometrie van Parijs, de daken van leisteen en zink, de schoorstenen en de grijsblauwe kleur die de stad op regenachtige dagen leek te omhullen. Hij bezocht een week na zijn aankomst de Salon d'Automne, een van de belangrijkste kunsttentoonstellingen van schilder- en beeldhouwkunst in Parijs. In 1903 werd de eerste georganiseerd door Georges Rouault, André Derain, Henri Matisse en Albert Marquet, als een reactie op het conservatieve beleid van de officiële Parijse salon. De tentoonstelling werd vrijwel onmiddellijk het paradepaardje van de ontwikkelingen en innovaties in de 20e-eeuwse schilderkunst en beeldhouwkunst. Hier werd hij verliefd op het werk van Félix Vallotton, een van oorsprong Zwitserse kunstschilder, die zich in 1900 liet naturaliseren tot staatsburger en Albert Marquet, een Franse kunstschilder, tekenaar, aquarellist en illustrator. Twee schilders die een grote invloed hadden op zijn kunst. Hier ontdekte hij het impressionisme. waardoor hij overging op veel frisser, kleurrijker, sensueler en spontaner werk dan zijn eerdere Amerikaanse werk. Dit mede dankzij het werk van impressionisten als Monet, Renoir, Sisley, Pissaro en Cézanne.
Edward Hopper liet zich inspireren door werken van Félix Vallotton (l) en Albert Marquet (r)
Zijn roots, leven dichtbij de Hudson rivier in New York, voeren hem naar de Seine, die letterlijk achter zijn appartement stroomt aan de rue de Lille. Hopper werkt voornamelijk buiten, net als de impressionisten. Zo dwaalde hij langs de rivieroevers. Van zijn Parijse schilderijen is bijna een derde geïnspireerd op de Seine. Een van zijn eerste werken was die van het trappenhuis in het appartement van zijn hospita. Daarna volgde de binnenplaats, maar ook bekende Parijse monumenten zoals de Notre-Dame, het Louvre en de Pont des Arts. Allemaal gekadreerd zoals wij die kennen van de Franse fotograaf Eugène Atget wiens werk Hopper ontdekte in Parijs. Goed voorbeeld hiervan is de zeer strakke uitsnede van zijn schilderij van de trap waar het lijkt op een uitsnede van een groter schilderij. Maar niets is minder waar, dit is wat Hopper ons wilde laten zien.
Mede dankzij het impressionisme ging Edward Hopper over op veel frisser, kleurrijker, sensueler en spontaner werk (zie onderstaande foto's) - Edward Hopper 1906 - 'Bords de Seine' - Courtesy Whitney Museum of American Art, New York
Edward Hopper, 'Le Pont des Arts' 1907 - Courtesy Whitney Museum of American Art, New York
Edward Hopper, 'Le Quai des Grands Augustins' 1909 - Courtesy Whitney Museum of American Art, New York
Hoppers visie op Parijs is er een van een verlaten stad, zonder mensen, en als je zijn doeken op je laat inwerken, dan wordt je vanzelf stil en bevangen, maar ook een beetje verdrietig. Het heeft soms wat desolaats. Dat Hopper je mentaal weet te vangen, dat is zeker. De kunstenaar reserveerde houtskool, inkt en waterverf voor zijn studies en straattaferelen, terwijl hij olieverf gebruikte om zijn stijl te verfijnen. Hij bezocht vaak tentoonstellingen, galeries en salons om de nieuwste uitingen in de moderne kunst te zien. In de tijd van Hopper was de rue de Lille en omgeving doorspekt met kunstgalerijen en antiekwinkels. Hopper bleef echter onaangetast door de destijds populaire fauvistische en kubistische kunst, en bleef in plaats daarvan zijn eigen artistieke koers volgen. In een van zijn schaarse interviews vertelde hij over zijn Parijse periode: “Ik heb gehoord van Gertrude Stein, maar ik kan mij niet herinneren dat ik ooit van Picasso heb gehoord”.
Edward Hopper. 'Notre-Dame' 1907 - Courtesy Whitney Museum of American Art, New York
In de zomer van 1907 verliet Hopper Parijs om daarna nog twee keer terug te komen voor korte bezoeken, 1909 en 1910. Na het verlaten van Parijs in 1910, kwam Hopper nooit meer terug. Zijn Parijse oeuvre omvatte zo’n vijftig olieverfschilderijen, een dertigtal aquarellen en een schat aan foto’s en schetsen. Over zijn drie bezoeken aan Parijs zei hij ooit; “Het kostte mij tien jaar om over Europa te komen”. Tijdens die periode schreef hij zich niet in voor lessen, huurde ook geen studio maar schilderde gewoon wat hem interesseerde. Hij schetste ook mensen, van theaterbezoekers tot soldaten en prostituees.
Edward Hopper, Nude, rue de Lille 48 (1906-1907) - Courtesy Whitney Museum of American Art, New York - Josephine N. Hopper Bequest
Parijs na het bezoek van Hopper is nog altijd Parijs. Als je rue de Lille 48 opzoekt in Google Earth zie je dat de binnenplaats nauwelijks is veranderd. Het schilderij ‘Trap op 48’, zulke trappen vind je nog steeds in de vele Haussmann-gebouwen in Parijs, chocolade bruine deuren en een gebogen mahoniehouten trap met uitgesleten treden. Zo ook het schilderij ‘Straat in Parijs’ (‘Rue de Paris’ 1907). We weten dat Hopper veel tijd doorbracht in het Quartier Latin, de Parijse studentenwijk. Kenmerkend in het schilderij zijn de trappen aan de rechterkant en dat het gaat om een smalle straat. Nou die zijn er niet zoveel in Parijs en met name te vinden in het oude centrum. Mijn eerste gedachte gingen uit naar rue du Haut-Pavé, maar die loopt niet in een bocht, maar heeft wel de kenmerkende trappen. Speuren, mede dankzij Google Streetview, brengt bij een paar straten verder naar de rue Domat. Kijk zelf maar eens naar de treffende gelijkenis.
De binnenplaats van rue de Lille 48 (1906) versus Google Earth (2022)
'Rue de Paris' (1906) versus Google Street View (2022) - Rue Dormat
Helaas zijn er geen werken van Hopper’s Parijse periode te vinden in Parijse musea. Om ze in het echt te kunnen bewonderen moet je afreizen naar New York, naar het Whitney Museum of American Art. Nog twee weetjes: Tijdens zijn Europa reis bezocht Hopper ook Spanje, London, Berlijn, Brussel en Amsterdam. Het werk dat toen de meeste indruk op hem maakte was de Nachtwacht van Rembrandt. Ook ontdekte hij in Parijs de poëzie van Charles-Pierre Baudelaire. Hopper zou zijn hele leven werk van Baudelaire lezen en voordragen. De beide mannen deelden interesses over eenzaamheid in het stadsleven en de troost van de nacht.
Charles-Pierre Baudelaire - Gustave Courbet - courtesy Musée Fabre, Montpellier (l) De cenotaaf van Charles-Pierre Baudelaire, Cimetière Montparnasse
Edward Hopper, 22 julli 1882 – 15 mei 1967
Bronnen: Gail Levin, ‘Edward Hopper, An Intimate Biography’, Wikipedia, Whitney Museum of American Art.
Weergaven: 635
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Interessant artikel, bedankt voor deze kunstzinnige bijdrage :-)
@Alexander, dank voor deze bijdrage.
Wat fijn Ferry om al die kennis over kunst te hebben. En zo mooi dat je dit wil delen!
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr