Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
|| PLAATS BERICHT || PLAATS ADVERTENTIE ||
We hadden net het middageten achter de kiezen toen de telefoon ging. Een oudere dame aan de andere kant van de lijn vroeg of wij dieren hadden lopen op La Charpenterie. Dit was inderdaad het geval. Op een afstand van zo'n 2,5 km van de boerderij lopen op een stuk land van vijf hectaren groot zes jonge ossen van een jaar. « Ze lopen nu op de weg », zei de dame. « We komen er aan », zei ik en hing op. Vlug haalde ik een emmer met wat biks. Mijn associé zou komen met de tractor en nam een paar palen en prikkeldraad mee. Ze zouden vast wel ergens door de omheining zijn gekropen. Ik ging alvast vooruit met de auto. La Charpenterie is het Paradijs op aarde. Het is er fijn om te vertoeven. Het gebied valt onder Natura 2000. Er heerst een zerene rust en je kunt er uren verpozen zonder gestoord te worden. Het twinkelende gezang van vele vogeltjes is van ver te horen. Zachtjes kabbelt er het riviertje De Sarthon. Er staat zelfs een heuse Pippi Langkousboom. Gasten die hier voor het eerst komen zijn wild enthousiast na een bezoek aan deze limonadeboom. De ossen lopen op dit stuk land van april tot het ver in het najaar. Geregeld bezoeken wij onze dieren en brengen hun dan wat krachtvoer. Dit strooien wij in de voerbak die daar op het land staat. Zo blijven ze gewend aan menselijk contact en verwilderen ze niet.
Als ik ter plekke aankom staat er bij het hek een blauwe Citroën Saxo. Het hek is dicht. Een oudere man met een bril en een rooksnor stapt uit als hij ziet dat ik aankom rijden. Ik ken hem niet. Hij loopt op mijn auto af en ik stap ook uit. De man geeft mij een hand. Hij draagt een groene trui met schouderstukken. Op zijn borstzak is de kop van een wild zwijn geborduurd. Hij doet zijn mond open en ik zie dat de tanden van het geborduurde zwijn er beter uit zien. Hij was verwittigd door de gendarmerie, vertelde hij, Hij scheen een paar honderd meter verderop te wonen. « Ze zijn daar, het zijn er vier », hij wees aan de overkant. Zo'n 200 meter verderop stonden onze dieren een beetje onwennig. Twee waren aan het grazen, een derde keek onze kant op en gaf een soort van knipoog. « Ils ne sont pas sauvage, n'est ce pas?», zei de man. Ik bedankte de man hartelijk. Hij liep terug naar zijn Saxo, keerde, gaf nog een zwaai en reed weg.
Ondertussen was mijn associé gearriveerd met de tractor. Hij zette deze neer bij het hek; de ingang van het land. Ik pakte de biks en liep naar de vier dieren toe. Ik rammelde wat met de emmer. Ze antwoordden met een: Meuh. De dieren liepen mij vervolgens tegemoet. Alsof ik de Rattenvanger van Hamelen was liepen ze daarna achter mij aan,
het stuk over de weg naar het Paradijs waar ze thuishoorden. Op het land leegde ik de emmer krachtvoer in de voergoot. Dit waren er vier, er ontbraken er nog twee. Ze waren of nog in het Paradijs of ze waren inmiddels al verder weg gelopen. We deden het hek weer dicht en overlegden even. We zouden ieder een kant van het hek langslopen om
te kijken waar het vee door was ontsnapt. Bij het land aflopen zouden we de twee andere ossen dan vanzelf tegenkomen. Zo niet, dan hadden we een probleem. We begonnen aan onze zoektocht en klapten af en toe in onze handen. Al gauw zagen we vanuit het struikgewas twee brave beestjes tevoorschijn komen. Gelukkig, ze waren er nog. We togen verder. Een half uur tot drie kwartier nam ons observatiewerk in beslag maar nergens zagen we een schijn van een opening. Voor de vorm deden we hier en daar een extra prikkeldraad. We vroegen ons af: Waarom waren ze
ontsnapt? Er stond toch nog genoeg gras? Na alles te hebben nagelopen besloten we het pad nader te bekijken die de dieren hadden afgelegd na hun ontsnapping. De twee blijvers hadden zich inmiddels bij de vier anderen gevoegd. Ze
lagen gebroederlijk bijelkaar, tevreden te herkauwen. Naar het scheen waren zij hun ontsnappingsavontuur alweer vergeten. We volgden het afgelegde pad. Het was maar een paar honderd meter. Nergens zagen we uitwerpselen. Ik dacht aan wat de rooksnor zei; dat hij was ingelicht door de politie. Dat zou betekenen dat er enige tijd tussen moest
hebben gezeten tussen het moment van de ontsnapping en de ontdekking ervan. Waarom waren er dan geen sporen? En waarom waren ze niet veel verder gelopen? Daar hadden ze immers alle tijd voor gehad. « Ils ne sont pas sauvage, n'est ce pas?» De haren in mijn nek gingen overeind staan. Ik had het begrepen. De dieren moeten verweidt worden. Het werd nu te laat maar morgenochtend komen we terug met de veewagen. En daarna ga ik hangsloten kopen.
Weergaven: 694
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
wat een pracht verhaal en wat een mooie tekening van je jonge ossen.
Christina, het kan heel goed zijn dat de man goedbedoeld opmerkte dat je ossen niet schuw of angstig zijn. "Ton bébé n'est pas sauvage" wordt gezegd van een kindje dat frank en vrij naar de ander toe gaat. ......De subtiliteit van een taal.....;)))
@ Suzanne! bedankt!
@ Louise: ja inderdaad de man bedoelde dat de dieren mak zijn.
Christina nu ik even meer tijd heb kijk ik naar jou profiel, hoeveel volgels heb jij daar op je armen ?
schitterend!
Ja leuk hè! Ik heb niet geteld hoeveel parkietjes het er precies zijn. Deze foto is genomen in Spaycific Zoo (72). Dit is een heel eenvoudige dierentuin en juist daarom zo mooi. De parkietjes vliegen in een volière rond waar je als bezoeker in mag. Er is bijv. geen restaurant. (Je kunt er alleen een ijsje kopen!). http://www.spaycificzoo.com/
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr