Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!
Voor deel1 met de juweeltjes uit de eerste 10 arrondissementen; klik hier.
La Cour Damoye (11e)
Het verborgen steegje van de place de la Bastille. De Cour Damoye is een van de meest westelijk gelegen geheime passages van de Faubourg Saint Antoine. Discreet verscholen achter de drukke terrassen van de place de la Bastille ligt een van de mooiste passages van Parijs. De entree vind je op nummer 12. Een smalle poort die toegang biedt tot een van de meest charmante en rustige steegjes op de rechteroever. Iets meer dan 120 meter lang en 6 meter breed vormt de cour Damoye de verbinding tussen de place de la Bastille en rue Daval. De geschiedenis gaat terug naar 1778. Een geplaveide enclave volledig gerenoveerd met respect voor de oorspronkelijke architectuur. Winkels en werkplaatsen met daarboven gelegen woningen getuigen van een architecturale homogeniteit. Blauwe regen langs de huizen zorgt voor een immense schoonheid en betovering. Niet toegankelijk voor autoverkeer maar als je je ogen sluit zou je bijna het geschreeuw van de koetsiers en hun door paarden getrokken koetsen kunnen horen. Deze straat speelt verstoppertje tussen smeedijzeren hekken en is een van mijn mooiste ontdekkingen van de Franse hoofdstad. Place de la Bastille 12, metrostation Bastille, lijn 1, 5 & 8.
De klokkentoren van het Gare de Lyon (12e)
De bijzonderheid van dit gebouw blijft de vierzijdige klokkentoren die 67 meter boven Seine-niveau uitsteekt. Gebouwd tussen 1895 en 1902 en vaak vergeleken met de Elizabeth toren in London, beter bekend als de Big Ben. De monumentale klok is een ontwerp van de beroemde horlogemaker Paul Garnier. Paul Garnier werd geboren in november 1801 in de Vogezen en is beroemd omdat hij vrijwel alle stations in Frankrijk heeft voorzien van een stationsklok. Op de vierde verdieping, 400 traptreden verder, een van de eerste kamers met gebrandschilderde ramen, waar een oude tentoonstelling te zien is van originele posters, die vertellen over het rijke verleden van 'Compagnie du Paris-Lyon-Méditerranée'. In het midden een prachtige wenteltrap van hout en metaal waarmee je vervolgens de twee niveaus bereikt achter de vier grote wijzerplaten, elk met een doorsnede van 6,5 meter. De grote wijzers hebben een lengte van 4 meter en wegen zo'n 38 kilo per stuk; een constructie à la Eiffel van ijzer en glas. Het uitzicht vanuit deze hoge belfort is ronduit adembenemend. Place Louis Armand, metrostation Gare de Lyon, lijn 1 & 14 RER A, D & R.
Het binnenwerk van de klokkentoren van het Gare de Lyon
Les Olympiades, Chinese tempel (13e)
Alles wat je hier ziet lijkt rechtstreeks vanuit Hong Kong of Shanghai te zijn overgevlogen. Op zondag is de wijk het drukst, als de Chinese families hun overbevolkte appartementen ontvluchten om te lunchen in de talrijke restaurants. Er zijn twee boeddhistische tempels. Eentje in de ondergrondse straat, rue du Disque, ter hoogte van nummer 81 avenue d'Ivry en de ander op het niveau van de woontorens, de Amicale des Teochew. Aan dezelfde kant van het trottoir, ter hoogte van de Tang-supermarkt ga je door het koopcentrum. Rechtdoor en dan links en je komt uit op een terras. Rechts zie je een grote tempel. Vergeet niet je schoenen uit te trekken. Een kleurenpalet van goud, rood en oranje, geurende wierookstokjes, offergaven en bloemenkransen vullen de gebedsruimte. Metrostation Olympiades, lijn 14
Hoe bijzonder, een Chinese tempel verborgen in een parkeergarage
Ballon Air de Paris, Parc André Citroën (15e)
Midden in het Parc André Citroën vind je een van de leukste attracties van Parijs en bij velen nog steeds onbekend: De Ballon Air de Paris. Een luchtballon gevuld met 6000 m3 helium die bij kalm weer regelmatig stijgt tot een hoogte van 150 meter. Een vlucht met deze verankerde luchtballon is uniek. Al sinds 1999 maken zo'n 50.000 toeristen per jaar een ballonvaart die zo'n 10 minuten duurt, een beleving die ik je zeker kan aanbevelen. 's Nachts licht de ballon die voorzien is van 6.400 led's, fraai op. In de mand onder de ballon kunnen steeds 30 personen mee om op 150 meter te genieten de stilte en van een ongekend uitzicht boven Parijs. Metrostation Javel-André Citroën, lijn 10, Balard, lijn 8.
Parc de Bagatelle (16e)
Het Bois de Boulogne is hèt wandelgebied voor vele Parijzenaars. Diep in het bos beschermt een oude stenen muur een luxueuze botanische tuin die, wanneer ontdekt, aanvoelt als een echte ontdekking. Ik heb het over het Parc de Bagatelle. Een parel die zelfs door de Parijzenaars vaak over het hoofd wordt gezien. Als gevolg hiervan behoudt het het gevoel van een geheime tuin, een mysterie dat nog eens versterkt wordt door de locatie; verborgen in het uitgestrekte areaal van de bossen van Boulogne. In 1905 vertrouwde de stad Parijs de herontwikkeling van de tuinen toe aan de curator van ‘Les Jardins de Paris’: Jean-Claude-Nicolas Forestier (wel een toepasselijke naam). Aan hem zijn we het huidige ontwerp van het park verschuldigd met respect voor het verleden. Hij transformeerde het terrein in weelderige, romantische botanische tuinen met behoud van de oorspronkelijke 18e-eeuwse rococo-tempels, grotten en meren. Er werden rozentuinen geplant en de ‘Roserie de Bagatelle’ werd opgericht met een collectie die nu 10.000 rozenplanten omvat, samengesteld uit 1.500 verschillende soorten. Het is inmiddels een van de oudste en belangrijkste rozentuinen in Frankrijk. Er is ook een iristuin, tuinen vol met pioenrozen en clematissen, waterspiegels en vijvers vol met waterplanten en waterlelies zoals wij die kennen van de schilderijen van Monet.
Allée de Longchamp, Route de Sèvres à Neuilly, Bois de Boulogne. Om daar te komen neem je de metro naar Pont de Neuilly, lijn 1 en vervolgens buslijn 43 of de metro naar Porte Maillot, lijn 1 en vervolgens buslijn 244. TIP: Buslijn 43 die vertrekt vanaf het Gare du Nord stopt voor de ingang van het park.
Het dorp Batignolles (17e)
Begrensd door de spoorlijnen en rangeerterreinen van Saint-Lazare en de avenue Clichy ligt in het 17e arrondissement het ‘dorp’ Batignolles. De dichter Verlaine groeide er op. De zangeres Barbara, altijd in het zwart gekleed, werd er geboren. De kunstschilder Éduard Manet en zijn vrienden, bekend als de ‘le groupe des Batignolles, hadden hier hun uitvalsbasis. Ze verzamelden zich in het Café Guerbois. De groep bestond uit schilders als Auguste Renoir, Claude Monet, Frédéric Bazille en anderen. Ze schilderden vele scènes van het caféleven. Hun oude ateliers zijn vervangen door kunstgalerijen. Ook de beroemde schrijver Émile Zola woonde tijdelijk in het dorp Batignolles. Traditioneel een arbeiderswijk met een diverse etnische bevolking, maar inmiddels een modieuze enclave, een wijk in wording voor de opkomende klasse beter bekend als ‘bobos’ oftewel les bourgeois bohemiens. Vol jonge créateurs en kunstenaars op zoek naar goedkope werkruimte. Een heerlijke buurt met een gemengde persoonlijkheid waarin verleden, heden en toekomst zij aan zij leven, tamelijk harmonieus. In de ogen van de meeste Parijzenaars is dit vooral een quartier résidentiel, onbekend bij de toerist en eigenlijk willen de inwoners dat ook zo houden, maar beslist de moeite waard om er eens een kijkje te nemen. In het hart ligt een prachtig park, Square des Batignolles, ontworpen door Jean-Charles Alphand in de naturalistische Engelse tuinstijl vol met oude platanen. Alle typische landelijke elementen uit die periode zijn aanwezig, een vijver, watervallen, een meanderende kunstmatige rivier, kronkelende zacht glooiende wandelpaden, zitbankjes en voor de kinderen is er een oude draaimolen. Een oase in de stad. Metrostation Pont Cardinet, lijn 14.
Square des Batignolles
Musée de Montmartre (18e)
Dit intieme museum, dat eens het oudste hotel was op de heuvel, ligt verscholen in een tuin vol met betoverende geuren- en kleurenpracht. Hier zien we dat stenen een ziel hebben, want hoe had deze plek anders zo'n groot aantal vooraanstaande gasten kunnen trekken. Eigendom van Claude de la Rose of Rosimond, een acteur bij het Théâtre de Molière waar ook Molière deel van uitmaakte. Renoir had hier in 1875 zijn eerste Parijse adres en schilderde hier tal van meesterwerken, waaronder de absolute uitschieter Le Bal du Moulin de la Galette. Het doek hangt nu in het Musée d'Orsay en Le Balançoire – de Schommel, die nog steeds te zien is in de tuin. Van Gogh en Gauguin waren hier regelmatig te gast bij Émile Bernard. Vincent van Gogh woonde een stukje verderop in een uitspanning met de naam 'Aux Billards en Bois'. Hier schilderde Van Gogh in 1886 'La Guinguette', eveneens te vinden in het Musée d'Orsay. Op de tweede verdieping woonden Susanne Valadon en haar zoon Maurice Utrillo. Haar atelier is nog steeds te bezichtigen in het museum, in de staat of zij heel even haar atelier heeft verlaten. Als ongetrouwde moeder van de latere schilder Maurice Utrillo verdiende ze geld als model voor Renoir en Henri de Toulouse-Lautrec om in haar onderhoud te voorzien. Ze schilderde zelf ook. Rue Cortot 12, metrostation Abesses, lijn 12.
Dit intieme museum ligt verscholen in een tuin vol met betoverende geuren- en kleurenpracht
Het atelier van Susanne Valadon
Église Saint-Serge-de- Redonège (19e)
De rue de Crimée nummer 93 vlakbij het prachtige parc des Buttes-Chaumont. Een eenvoudig hek met rechts een koperen plaat met opschrift: ‘Institut de Theologie Orthodoxe et Église Saint-Serge’ trekt hier de aandacht. De poort staat op een kier dus nodigt uit om naar binnen te gaan. Een klein steegje omzoomd met oude muren waarover een oude wijnstok kronkelt leidt naar een klein kleurrijk huisje versierd met een fresco. Onderzoek later leert mij dat dit een afbeelding is van Saint-Serge de Radonège. Links van het huisje loopt een verlaten, langzaam glooiend pad naar boven. Ik passeer een vervallen houten constructie met het opschrift librairie en plotseling ontdek ik aan de rechterzijde, hoog gelegen op een heuvel een houten kerk. De église Saint-Serge-de- Redonège, dat een Russische Orthodoxe kerkje schijnt te zijn. Het kerkje is gebouwd zo rond 1850 en werd vernoemd naar een Russische monnik die leefde in de 14e eeuw. De muren langs de trap werden beschilderd tussen 1925 en 1927 door Dimitri Semionovich Stelletsky, voorstellend heiligen die het Orthodoxe geloof vertegenwoordigen. Binnen in de kerk zijn de muren bedekt met fresco’s, maar het juweel van de kerk is ongetwijfeld de iconostase (een wand samengesteld uit iconen die de altaar ruimte afschermt voor blikken van gelovigen). De narthex (voorportaal), is versierd met scenes uit het Oude Testament. Een stukje Rusland in Parijs. Metrostation Laumière, lijn 5.
Le mur aux victimes des Révolutions (20e)
We stappen uit bij metro Père Lachaise, bij de uitgang aan de place Auguste Mérivier en gaan rechts de avenue de Gambetta in. Na ongeveer honderdvijftig meter aan de rechterkant, komt u aan bij een van de mooiste en rustigste tuinen van Parijs: Le jardin du Samuel de Champlain. Slechts 13192 m² groot. Een langgerekte strook, die loopt langs de noordwest muur van het kerkhof Pére Lachaise. Deze serene openbare tuin, aangelegd in 1889, is genoemd naar de vader van het nieuwe Frankrijk, de Fransman Samuel de Champlain; navigator, cartograaf, ontdekker, geograaf en etnoloog. Hij stichtte in 1608 de Canadese stad Quebec. Vrijwel onmiddellijk voert een steile helling je naar boven, met als beloning, boven aan de top, een prachtig uitzicht over typische Haussmann gebouwen van de Avenue Gambetta en de noordwestzijde van Parijs. De steile klim wordt beloond door een bijzonder monument uit 1909, gemaakt door de Franse beeldhouwer Paul Moreau-Vauthier (1871-1936); 'Le mur aux victimes des Révolutions'. Een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Franse revoluties. Linksonder, als inscriptie, een uitspraak van Victor Hugo: “Ce que nous demandons à l’Avenir. Ce que nous voulons de Lui. C’est la Justice. Ce n’est pas la Vengeance” (Vrij vertaald; Wat wij in de toekomst vragen, wat wij willen, is rechtvaardigheid, geen wraak). Geraakt door dit monument en de prachtige tekst, loop je verder en passeer je een oude gesloten toegangspoort, vol met graffiti, die vroeger leidde naar de grootste necropool van Parijs, Père Lachaise, wetende, dat achter deze muur, ook de beeldhouwer zelf begraven ligt. Metrostation Gambetta, lijn 3 & 3B.
Lees ook mijn reisgids ‘Ongewoon Parijs’, een boek vol met mijn Parijse juweeltjes.
Weergaven: 338
_____________________________
☑️ Beste plaatser van dit bericht,
fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn.
_____________________________
Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.
Dankjewel voor dit tweeluik van jou favo's Ferry! Ik denk dat ik toch maar weer een aantal extra dagen ga plannen voor Noël à Paris.
Weer genoten van je bijdrage aan dit forum. Merci beaucoup! Kan ik jouw schitterende beschrijvingen ook in boekvorm vinden? Zo ja, welke ISBN nummers?
Beste Antoine, Ja mijn beschrijvingen zijn te vinden in een tweetal reisgidsen:
Ongewoon Parijs: ISBN 978-94-93201-97-2
Parijs anders bekeken: ISBN 978-94-93300-26-2
Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels.
© 2024 Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer. Verzorgd door
Banners | Een probleem rapporteren? | Privacybeleid | Algemene voorwaarden
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr