Een adorabel monster

We hebben sinds vorige zomer een poes, Bibi. Een elegante, frêle Franse dame. Adorabel, maar ook een jager. Poezen eigen. Haar eerste zomer was ze niets anders dan een juweel van een kitten. Een hoopje dons met grote oren. Maar dit jaar ontdekt ze de geneugten van het leven op het platteland, met name vanaf het moment dat het weer zodanig was dat ze elke dag naar buiten kon. Er is nogal wat om op te jagen, natuurlijk. Zo hadden we de afgelopen jaren een woelmuizenplaag in ons gazon. Nou, dat is over! In het begin kwam ze vol trots dagelijks met een muis naar binnen. Vaak nog half levend, waarop we uit alle macht probeerde het slachtoffer uit haar klauwtjes te redden en indien mogelijk te reanimeren.

Toen kwamen de hagedisjes. Niet dat die een plaag vormen, maar ze leven hier wel in groten getale om ons huis. Afgerukte staartjes, onthoofde lijfjes, die soms nog een half uur lang verleidelijk bleven kronkelen, als het ideale speelgoed voor de scherpe nagels van Bibi. Op een ochtend vonden we een enorme houtduif in de keuken. Waarschijnlijk had ze die al in overleden staat gevonden, want dat konden haar kaken nog niet aan, leek me. Ze moet er wel een hoop werk aan gehad hebben om hem door het kattenluikje naar binnen te sleuren.

We zagen met vrees het voorjaar komen. Want ons huis en tuin is elk jaar rijk aan vogelnesten, onder de dakrand, onder de pannen, in de haag, in de wingerd tegen de muren. Roodstaarten, gele en witte kwikstaarten, putters, merels, vinken. In het bos de wielewalen, lijsters. Enfin, een snoepwinkel voor een poes, op het moment dat de vliegoefeningen van het nieuwe gebroed zouden gaan plaatsvinden.

Het ging best lang goed. Blijkbaar konden de jonge gele kwikstaartjes en puttertjes zich van meet af aan goed redden. Vorige week ging het echter toch mis met een jong mereltje. Een angstaanjagend gegil en gepiep alarmeerde ons. Misschien was ze uit het nest (in de wingerd) gevallen, en kon ze nog niet vliegen, maar Bibi had haar te pakken en in een hoek van het terras gedreven. Pa en moe merel zaten schreeuwend in de kersenboom toe te kijken. Bibi wist niet zo goed wat ze ermee aan moest, het vogeltje was al best groot, een kleine mensenvuist. Ik pakte het – onder protest van Bibi – op, en na een paar pogingen om me toe te takelen met haar snavel, gaf ze zich over aan mijn warme hand en kon ik haar terugleggen in haar nest. In de hoop dat pa en ma weer verder konden gaan met voeren en ze over een paar dagen misschien wel zelf kon vliegen. Maar, ijdele hoop. Een paar uur later: hetzelfde geschreeuw en weer had Bibi haar te pakken. Opnieuw gered, en het nerveuze hoopje vogel in de haag gezet, wat verderop.

Misschien was het een enigszins gehandicapt vogeltje, met een vliegprobleem, want niet veel later moesten we haar weer uit de klauwen van Bibi halen. Toch maar nogmaals in het nest teruggezet, waarna er een paar uur niets meer gebeurde. ‘s Avonds – Bibi lag inmiddels onschuldig binnen te slapen – brak er opnieuw een enorm gegil uit, in de buurt van de garage. Ik liep naar buiten en zag vader merel schreeuwend op de grond heen en weer springen. Toen ik dichterbij kwam schrok hij van mij en vloog op. Waarop een sperwer, die ik nog niet had ontwaard, met een pijlsnelle vlucht op het jonge mereltje dook, die zich in een hoekje tegen de garagedeuren had geklemd. Voor ik het wist vloog de sperwer weg met de prooi in zijn bek. En werd het stil. De hele dag mijn best gedaan voor de merelfamilie, en nu – door mijn schuld, ik leidde vader merel af – alsnog een bitter einde.

Gisteren kwam Bibi opeens met een slang aan. Een couleuvre, een soort ringslang. Om precies te zijn: een geelgroene toornslang, een couleuvre verte et jaune. Die leven hier bij ons in de kelder. Dit exemplaar was nog niet helemaal volgroeid, een kleine meter groot, en een duim dik. Bibi had haar te pakken, maar had ook duidelijk geen idee hoe het verder moest. Vooral niet omdat de slang zich dood hield. Hij bewoog helemaal niet meer. “Geef die maar even hier,” mompelde ik. Ze liet het met moeite toe. Ik nam hem mee, legde hem aan de overkant van de weg in het gras, en constateerde een kwartier later dat ie weg was. Hopelijk wel op eigen kracht. Ik word op mijn oude dag te sentimenteel voor het leven op het platteland.

Voor meer verhalen over ons leven op het Franse platteland: zie www.leopauw.com.

Load Previous Comments
  • leroux

    naast muizen en vogeltjes - ratten konijntjes en mollen - mijn overbuurman hoeft geen gif meer neer te leggen - brangt veel tijd door bij de kippen van de buurman vanwege de muizen

  • AV

    6 jaar geleden namen we een beetje sneu poesje uit Frankrijk mee naar Nederland. Van alles mis mee, haar gebit was vlg de dierenarts abominabel. Ze is trouwe klant v diezelfde dierenarts. Maar ja, wie A zegt, moet B zeggen. En in Ned. grijpt ze in 10 dagen 14 muizen. Kost en inwoning verdiend.
  • Leo Pauw

    Vandaag weer een nest met pas uit het ei gekropen, vijf centimeter grote, puttertjes gered. Dank voor jullie reacties.